Rode soep met een scheut heimwee

In de keuken van het Vakcollege werd hard gewerkt om 150 liter Oekraïnse borsjt te koken. | Foto: Cor de Mooy

Een twintigtal dames en twee heren uit het Heerenhuys hebben vorige week vrijdag tot ’s avonds laat in de keuken van het Vakcollege Rijnmond gestaan. De missie: maak zo veel mogelijk borsjt. De soep werd de dag erna geserveerd in de kraam van het Welzijnskwartier op het Doe Mee Festival op het Marktplein.

Door Cor de Mooy

Borsjt is hèt nationale gerecht van Oekraïne. Een soep – of mag je het toch eigenlijk niet zo noemen? – met als hoofdbestanddeel rode bieten. Maar wat gaat er verder in? Julia: ‘Kool, aardappelen, wortelen, uien, paprika’s, tomatenpuree, knoflook, peterselie, dille. En op je bord doe je dan nog zure room erbij’.

Voordat ze aan koken toe kwamen, moesten er kisten vol groente schoongemaakt, geraspt en gesneden worden. Daarna werd er bouillon getrokken van rund- en varkensvlees.

Iedereen had er duidelijk plezier in. Maar het was ook koken met een flinke scheut heimwee. ‘Ik kook thuis ook altijd een grote pan borsjt voor mijn man en vier kinderen. Dat willen ze ook graag als ontbijt eten’, vertelt Julia. ‘Kijk, zo moet het zijn’, wijst ze naar de lepel die moeiteloos recht overeind in de pan blijft staan. ‘Wil je proeven?’ Inderdaad, erg lekker. En dan moet het nog voorlopig op het vuur blijven…

150 liter soep
Alex en zijn echtgenote maakten een andere variant met kip. Alexandra vond dat er ook een vegetarische versie moest komen.

Alles bij elkaar opgeteld werd het een slordige 150 liter. Maar ja, hoe vervoer je dat allemaal zonder dat je auto onder de soep komt te zitten? Gelukkig bood de opslag van een kinderkamp uitkomst met een groot aantal afsluitbare emmers.

Ontmoetingen
Zo’n honderd liter werd opgeschept op het Doe Mee Festival. ‘Het werd gretig afgenomen en iedereen vond het eerst vreemd maar toch erg lekker. Maar ja, het weer was er ook naar’, vertelt Corine Hoek, coördinator van het Heerenhuys namens Welzijnskwartier.

Bij de Welzijnskwartier-kraam draaide het niet alleen om rode soep. ‘Nee, er waren ook mooie ontmoetingen van Katwijkers met de Oekraïeners’, vertelt Hoek. Die waren dan ook goed vertegenwoordigd op de markt.
‘Je krijgt dan van die vragen als: ‘het gaat toch goed met die oorlog, waarom gaan ze dan niet terug?’ Dan zeg ik: ga maar met ze praten. Vraag het ze zelf maar.’ Dergelijke vragen werden uitvoerig beantwoord met foto’s. ‘Dit was mijn huis en dit is er nu nog maar van over.’

Stukje thuis geproefd
In het Heerenhuys was de sfeer heel anders, die zaterdag. ‘Iedereen keek uit naar een kommetje borsjt’, vertelt Corine. ‘Een oude vrouw stond al vroeg klaar om wat soep te halen. Naderhand was iedereen het er wel over eens: ‘ik heb een stukje thuis geproefd’.’

De koks waren erg trots op wat ze met elkaar gemaakt hadden. ‘Dit is onze traditie en daar laten we graag mee proeven. Het is een dankjewel omdat de Katwijkers ons zo goed gastvrij hebben opgevangen en geholpen.

‘Dit was echt een groot succes’, zegt Corine. ‘We zijn ook zo blij met de gastvrijheid van het Andreas College. Natuurlijk ook met de hulp van de kookdocent Joris en zijn assistente Anna en de techniekdocenten Ronald en Dennis.’

En wat het avondje koken betreft, dat mag vaker gaan gebeuren in het Vakcollege.