40.000 bijen in Valkenburgse achtertuin

In de achtertuin van Arie-Bart Imthorn, eigenaar van Imkerij De Blije Bij, is het een gezellige boel. Naast het kippenhok pronkt namelijk een grote bijenkast. ‘Ik was altijd al geïnteresseerd in de natuur en dieren. Alles wat in de tuin vliegt, vind ik interessant. Zes jaar geleden heb ik een cursus imkeren gevolgd en zo is het balletje gaan rollen.’  

Door Jonah van den Oever

Imthorn werkt in het dagelijks leven bij Florensis, waar stekjes gemaakt worden van jonge planten voor bloemenkweker van snijbloemen. In zijn vrije tijd is hij druk bezig met het imkeren. ‘In het weekend ben ik er soms wel vier uur mee bezig, maar het is het allemaal waard.’

Bijenkast

Imthorn heeft in zijn tuin een grote bijenkast staan. Deze bestaat uit een kastgedeelte en een honingkamer. Als het in het voorjaar heel druk is met de bijen, zet hij nog een kastgedeelte erop. Op het hoogtepunt, meestal in het voorjaar, zitten er zo’n 30.000 tot 40.000 bijen in zijn kast. Ook bij zijn zwager in de tuin heeft hij een kast staan. ‘Ik ben nu in het bezit van twee bijenvolken. Richting de zomer splits ik meestal de volken door de koningin eruit te halen. Doordat de bijen dan zelf weer een nieuw volk gaan vormen, heb ik er dan ineens vier.’

Kriebelen

De eerste dag van het jaar dat de bijen weer naar buiten komen, vindt Imthorn altijd leuk. ‘Dan begint het te kriebelen en weet je dat het drukke voorjaar in aantocht is. In januari zijn ze dit jaar al een paar keer uit de kast geweest.’ Het welbekende imkerpak gaat aan als Imthorn de kast opendoet om bijvoorbeeld de honing te oogsten.

‘Een bij vliegt gemiddeld drie kilometer’

In het voorjaar is het meestal tijd voor het oogsten van de honing, vertelt Imthorn. ‘Je hebt twee drachtperiodes, de tijd waarin ik honing uit de cellen van de honingraat kan halen: Een in het voorjaar en vaak een in de zomer. Belangrijk om te zeggen is dat honing eigenlijk het voedsel voor de bijen is in de winter. Om ze niet aan hun lot over te laten, geef ik ze suikerwater ter vervanging.’

Imthorn produceert honing vanuit de streek. ‘Een bij vliegt gemiddeld drie kilometer. Waar hij nectar kan vinden, haalt hij het. Hier in de tuin dus uit de bloesem, verderop hier in Valkenburg vaak uit appels en peren, en in de zomer uit linde. Ik produceer dus voornamelijk honing van vruchten, bloesem en linde.’ De potjes honing verkoopt hij grotendeels aan zijn vrienden en kennissen via mond-tot-mondreclame.

Eigen volk

Het imkeren heeft Imthorn geleerd bij een imkervereniging. ‘Tijdens de cursus krijg je je eigen bijenvolk. Ik heb voor de bijen toen zelf een kast aangeschaft voor in de tuin. Het eerste jaar gaan bijen vaak zwermen met de koningin. Als imker probeer je dit kunstmatig te beïnvloeden, zodat ze op een gegeven moment telkens de weg terug naar de kast vinden.’ 

Imthorn heeft diverse tips voor mensen die ook willen beginnen: ‘Sluit je aan bij een vereniging. Daar leer je van A tot Z hoe je moet imkeren. Zo zit er een hier in de buurt, namelijk Imkervereniging Oegstgeest. Als je geen plek in de tuin hebt voor een bijenkast, of het komt niet goed uit, kan je via de vereniging een plek aangewezen krijgen. Een van deze plekken is in de Duinvallei in Katwijk aan den Rijn.’ Het belangrijkste advies: ‘Denk er niet te licht over. Er gaat echt tijd inzitten. Maar bovenal is het heel erg leuk om te doen en je leert er echt een hoop van.’