Afbeelding

KW88 ‘Zorg en Hoop’: van vissersschip tot toeristisch trekpleister

Algemeen

De voormalige garnalenbomschuit KW88 ‘Zorg en Hoop’ is ondertussen al meer dan 100 jaar oud. Hoewel je ook kan stellen dat we sinds 1979 te maken hebben met een zeer grondig herstelde versie (in moderne omschrijving: een versie 2.0). Het lijkt erop dat we aankomen in een nieuw stadium, want opnieuw is groot herstel nodig om het scheepje voor de lange termijn te behouden. Wordt dit versie 3.0?

Door Jan van Beelen, Maritiem archief Katwijks Museum

Tot 1984 kon er nog door Katwijkse timmerlieden van de fa. Taat aan het scheepje worden gewerkt. Daarna moest het onderhoud steeds meer met kennis van buiten het dorp worden uitgevoerd. Het laatste ‘Katwijkse Taat-dna’ zal nu wel uit het scheepje gaan verdwijnen.

 

Garnalenbom

Op 8 februari 1913 wordt de door de Katwijkse scheepmakerij Taat gebouwde bomschuit overgedragen als KW 88 ‘Zorg en Hoop’ aan opdrachtgevers Hendrik Messemaker en Maarten van Duijn. Het is één van de weinige garnalenschuiten die gebouwd werden door het bedrijf van Taat, destijds nog gevestigd aan de Voorstraat (de huidige Taatedam).

Taat is tot 1908 vooral bekend als bouwer van grote bomschuiten, waarvan de allerlaatste in dat jaar wordt opgeleverd. Nadien schakelt men over op kleinere vaartuigen en reparatiewerk.

De nieuwe KW 88 is de opvolger van een schuit die vanaf 1907 in de vaart is met dezelfde naam en registratienummer. Dit eerste vaartuig is blijkbaar hard aan vervanging toe: in december 1912 wordt ze uit de vaart genomen en gesloopt.

De nieuwe ‘Zorg en Hoop’ wordt gebouwd voor fl. 1.900 (ca. €860). Het scheepje met een lengte van 9 meter en een inhoud van 40 m3 krijgt als ‘thuishaven’ de Katwijkse Buitenwatering. Schipper Messemaker kan bij gunstige wind zijn ligplaats verlaten en daarna langs de kust met het tij vissen op garnalen of platvis en mogelijk een rondvisje. Er zijn meerdere scheepjes die zo vanuit de Watering visten. De vangst wordt bij terugkomst op het strand verkocht.

Eind jaren twintig wordt het scheepje van een 15 PK Kromhout motor voorzien. Een forse investering, maar hierdoor wordt het mogelijk om meer visdagen per jaar te maken.

 

Museumschip

Na de bezetting van Nederland in mei 1940 kan er eerst nog vanuit de Watering worden gevist, maar in 1941 moeten de kleine vaartuigen gaan vissen vanuit Scheveningen.

De eigenaren van de KW 88 geven er begin 1943 de brui aan. In maart dat jaar wordt het scheepje verkocht aan het Nederlands Openluchtmuseum te Arnhem en wordt tijdelijk opgeborgen in een loods bij het stoomgemaal van Rijnland.

In 1944 moet de loods worden ontruimd en bij het te water laten in de Driehoek zinkt het geheel uitgedroogde schip al spoedig. Door de oorlog laat men het daarna aan zijn lot over. Pas jaren later wordt het scheepje onder leiding van Taat geborgen om na herstel in 1954 museumschip te worden te Enkhuizen.

In 1965 raakt het scheepje overtollig; ze heeft immers niets met de Zuiderzeevisserij van doen en ging in bruikleen naar Scheveningen, waar ze op de Boulevard geplaatst wordt als SCH 59. In Katwijk voelt dit als geschiedenisvervalsing en er gingen al snel stemmen op om het vaartuig terug te halen naar Katwijk. Dit lukte uiteindelijk op 28 oktober 1966: die dag arriveert ze per dieplader - al voorzien van het nummer KW 88 - in ons dorp. In 1967 werd ze voor de eerste keer bij de Vuurbaak opgesteld nadat ze eerst door vrijwilligers van het Genootschap Oud Katwijk was opgeknapt.

 

Geen echte bomschuit

Hoewel velen in deze tijd de KW 88 zien als een echte bomschuit, klopt dit niet helemaal. De bommen die in de 19de en het begin van de 20ste eeuw vanaf het Katwijkse, Noordwijkse of Scheveningse strand ter haringvisserij gingen, zijn veel groter (tot 15 meter lang met een inhoud van ruim 150 m3) en hebben een grote bemanning. Tijdens de haringteelt bestaat die uit 9 of 10 man. De Wateringscheepjes hebben slecht 2 tot 3 man aan boord.

Een bomschuit had een groot versterkt platvlak onder de schuit, vanwege de krachten die het schip te verwerken kreeg bij de aanlanding op het strand. In de branding kwam het vaartuig niet altijd zachtzinnig in aanraking met de zeebodem. Een bom ging dan ook gemiddeld slechts 12 jaar mee. Een groot verschil met de KW 88 en haar soortgenoten die het vissend vanuit de Uitwatering wel 30 jaar konden volhouden.

Dat een dergelijk houten vaartuig destijds ook al veel onderhoud vergde, blijkt wel uit het feit dat de voormalige KW 90 ‘Willempje’ in de jaren twintig bekend stond als de ‘Zeepkit’. Dit vanwege de vele stukken platgeslagen zeepblik, die op de scheepshuid waren aangebracht ter reparatie van zwakke (rotte) plekken in het hout. Een grondige vernieuwing van het schip was voor de eigenaar onbetaalbaar.

 

Renovatie

Dat het langdurig behouden van de ‘Zorg en Hoop’ niet zonder extra inspanningen gaat, blijkt uit de vele (kostbare) herstellingen die in de loop der tijden zijn uitgevoerd. In 1978/79 wordt er door de fa. Taat, de originele bouwer, in opdracht van de gemeente Katwijk en met steun van het toenmalige Ministerie van Cultuur (CRM) een grondige renovatie uitgevoerd. Volgens de bouwers kan het scheepje in ieder geval weer 25 jaar mee.

We zijn ondertussen zo’n 35 jaar verder en de traditie om het vaartuig in de zomermaanden bij de vuurtoren neer te zetten, eist uiteindelijk zijn tol. Opnieuw is een grondige vernieuwing noodzakelijk.

De keuze om het scheepje binnen op te stellen, waardoor er minder onderhoud nodig zou zijn, of de buitenopstelling te handhaven houdt ondertussen de gemoederen nogal bezig. Ten behoeve van behoud van dit cultureel erfgoed zou een geklimatiseerde binnen-opstelling in het museum aan de Voorstraat een goede optie kunnen zijn, waarbij ze ook voor de niet-museumbezoeker het gehele jaar zichtbaar zal blijven.

 

Hoe het ook zij, het Genootschap Oud Katwijk hoopt dat de KW 88 in ieder geval nog jarenlang voor het publiek beschikbaar zal blijven. Diegene die een beter beeld willen krijgen van zowel grote als kleine bomschuiten kunnen terecht in het Katwijks Museum. Naast scheepsmodellen en afbeeldingen zijn er ook originele spanten aanwezig.

Uit de krant