De Oude Rijn is voor ons dorp altijd de levensader geweest die zorgt voor de bereikbaarheid. | Foto: PR
De Oude Rijn is voor ons dorp altijd de levensader geweest die zorgt voor de bereikbaarheid. | Foto: PR Foto: PR

Het historisch belang van de Oude Rijn

Algemeen

De Oude Rijn is voor ons dorp altijd de levensader geweest die zorgt voor de bereikbaarheid met het binnenland waardoor handel en welvaart hun intrede kunnen doen.

In 1300 krijgt Katwijk aan den Rijn het recht van de visafslag. De belangrijkste afnemers van deze vismarkt zijn de kloosters uit Rijnsburg en Valkenburg. De vismarkt van Katwijk aan den Rijn wordt zelfs de belangrijkste van de gehele regio. Doordat Katwijk aan den Rijn door middel van de waterwegen de Oude Rijn en de Vliet is verbonden met het binnenland is vervoer per schip naar onder andere Leiden mogelijk wat de handel ten goede komt. 

Tussen 1544 en 1561 worden er verschillende lijnbanen aangelegd ten oosten van de Commandeurslaan, bij het buurtschap Calloo en de derde lijnbaan ligt ten noorden van de Dorpskerk. Op deze lijnbanen worden kabels voor de schepen geslagen. Deze lijnbanen zijn honderden meters lang en lopen vanuit het dorp het duin in. Er bevinden zich ook enkele garenspinnerijen in ons dorp waar de eerste bewerking van de hennep tot touw plaatsvindt. 

In Nederland is de behoefte aan schepen bij voortduring groot. Reders in de handelsvaart, de visserij en de walvisvaart, bewindshebbers van de zes kamers van de VOC en de bestuurders van de vijf admiraliteiten zenden elk jaar vele honderden schepen naar zee. Veel van deze schepen zijn uitgerust met touwen van de touwslagerijen uit ons dorp.

De schelpen uit Katwijk vinden via het Mallegat en de Oude Rijn per schip hun weg tot in Friesland, Drenthe en Overijssel. Hier worden zij dan tot schelpkalk gebrand en geblust en vervolgens zelfs naar het buitenland verscheept.

Visvervoer
De binnenscheepvaart ten behoeve van het visvervoer neemt toe en ook de visserij nevenbedrijven als rokerijen en drogerijen ontstaan in ons dorp. Vanuit Katwijk aan den Rijn varen de schuiten met haring, alle richtingen uit. Opmerkelijk is dat de handel en de verwerking van vis voor wat betreft de detailhandel vrijwel geheel in Katwijk aan den Rijn is gevestigd. Er ontstaat zelfs een zelfstandige lakenindustrie die als concurrent ten opzichte van de stad Leiden gewerkt moet hebben. Een nevenactiviteit hierbij het zogenaamde lijnwaetbleken, waarvoor zuiver duinwater wordt gebruikt, geeft het dorp bekendheid tot ver in de omtrek. De blekerijen bleken niet alleen het linnen uit Holland, maar ook uit Zeeland en verdere plaatsen.

Regels
In Katwijk aan den Rijn is in deze tijd sprake van een grote bekwame Turfmarkt voor beide dorpen waarvoor een keur is geschreven voor de schippers, voerlieden, tonners en de dragers die wordt vastgesteld op de 10de van de wijnmaand van het jaar 1690 en die in Leiden gedrukt is in het jaar 1691 en is opgebouwd uit 19 hoofdstukken waarbij in het 11de hoofdstuk staat dat vloekers en zweerders de markt 14 dagen niet mogen bezoeken en een boete van een daalder dienen te betalen.

Naast de lijnbanen bevinden zich in Katwijk aan den Rijn verscheidene pannen bakkerijen, steen en kalkovens. 

Schippers heeft men hier varende naar de meeste steden van Holland, verse visvaarders en ventjagers. Dagelijks varen drie of vier schippers heen en weer naar Leiden tot groot gemak voor de inwoners van beide dorpen, samen wel vijftig schepen en vaartuigen. Alle weken vaart er tweemaal een schip op Haarlem. Op Amsterdam en Rotterdam alle weken een schip heen en terug. 

Er wordt in 1774 een hoeker in gebruik genomen door de VOC. Gebouwd voor de kamer van Amsterdam op de werf te Amsterdam met een laadvermogen van 750 ton. Het schip is genaamd, De Katwijk Aan Den Rijn en zal tot 7 oktober 1786 dienst doen waarna het vergaan is in Simon’s Baai. Het schip liep in Simon’s baai aan de grond en is toen afgebroken.

Er wordt sinds 1848 twee maal per week naar Leiden gevaren. Van de Turfmarkt zeilt de schuit naar het Warmonderhek van daar word gejaagd naar de Marepoort. Er wordt een reglement vastgesteld voor het veer naar Leiden, men betaalt. Fl.0,10 in het vooronder, fl.0,15 in de roef waar koffie en likeur word geschonken. Men vaart op woensdag en zaterdag vanaf de Turfmarkt in twee uur via het Oegstgeesterkanaal naar de Mare poort in Leiden. 

In 1851 domineert de uitvoer van natte en gedroogde vis en bokking naar België. Hiertoe heeft men 23 binnenvaarschepen en twee veerschuiten. Ze tellen elk 125 ton groot. Verder telt Katwijk aan den Rijn nog een kalkbranderij met drie ovens en langs Rijnlands Uitwateringskanaal bevindt zich het gradeerwerk, pekelmakerij, van de Leidse Zoutkeet.

Op de in 1855 nog aanwezige lijnbanen word een nieuw soort patenttouw vervaardigd. Er zijn nog 34 kleine banen of fijngarenspinnerijen, 17 bokkinghanken en 2 kalkovens in Katwijk aan den Rijn. De lijnbanen vind men aan de Wassenaarseweg/Commandeurslaan, de bokkingrokerijen langs de Oude Rijn 

Van 1900 tot 1975 varen er zo’n zeventigtal schuiten vanuit Katwijk. De schuiten zijn een specifiek model met hoog hijstuig en hebben hun thuishaven in het prins Hendrikkanaal en in de Oude Rijn. Tijdens de haringteelt brengen de schuiten de vangst van de Katwijkse loggers van IJmuiden naar Katwijk, waar die wordt verwerkt en verkocht. Op de heenreis bevoorraden ze de loggers met lege tonnen, zout en gerepareerde netten. Dit wordt het boeltjesvaren genoemd. Buiten het haringseizoen beproeft men zijn geluk in de beurtvaart of vervoerd vracht naar elders, tot zelfs in België en Noord Frankrijk.

Veiling
Op 13 februari 1912 word in De Roskam definitief besloten tot oprichting van de Tuinbouwvereniging Katwijk & Omstreken zij huren naast het wachtlokaal van de tram aan de Voorstraat, het pakhuis en terrein van Wed. C.Wassenaar jr. tegen een prijs van 80 cent per veilingdag. Op maandag 17 juni ’s avonds om 20:30uur vindt de eerste veiling plaats, waarbij de groente veelal per schuit wordt aangevoerd.

Heden ten dagen vaart er hoofdzakelijk pleziervaart door de Oude Rijn. De levendige handel is nog slechts geschiedenis.

Uit de krant