Afbeelding
Foto: Adrie van Duijvenvoorde

Goede zomer voor Jachthaven Katwijk ondanks terugloop passanten

Algemeen

Jachthaven Katwijk kende een goede zomer, maar op langere termijn loopt het aantal passanten terug. De meeste mensen die een boot in Katwijk hebben liggen, zijn op leeftijd. 'De vergrijzing neemt toe. Aan ons de uitdaging om daarop in te spelen.'

Door Geerlof de Mooij

'Begrijp me goed', zegt Evelyne Zwart, terwijl ze op het puntje van haar stoel gaat zitten. 'Het gaat uitstekend met de Jachthaven Katwijk, zeker als je het vergelijkt met andere havens. Terwijl overal de verhuur van vaste ligplaatsen terugloopt, hebben wij een wachtrij – zo druk is het nog. Maar…'. Ze glimlacht. '…het loopt wel terug. De meeste mensen die hier een boot hebben liggen, zijn op leeftijd. Het is een dure hobby, hè, dat varen. Jongeren huren liever een bootje of gaan op een andere vakantie.'

"Je moet voorkomen dat de boel vastloopt"

Het is dinsdagmiddag en havenmeester Zwart zit in haar kantoor. Ze is positief gestemd, maar ook realistisch. 'Ook hier loopt het aantal passanten terug. Het is een trend die je ziet in heel Nederland. De vergrijzing neemt toe. Dat is een feit. Aan ons de uitdaging om daarop in te spelen.' Ze noemt verschillende opties, zoals de verhuur van woonboten – iets dat het hele jaar rond inkomsten geeft. Of dat wel mag, dat weet ze niet. Maar dat is nu niet het punt. 'Het gaat erom dat je je blijft ontwikkelen. Je moet voorkomen dat de boel vastloopt.'

Ze bedoelt dat vrij letterlijk. 'In de zomer staat het hier vaak vast. Veel Katwijkers gaan niet meer varen, ze blijven liever hier. Ze poetsen wat aan hun bootje, maken een kletspraatje. Ze hebben hier hun eigen sociale leven en hoeven er niet meer zo nodig op uit.'

"Er is altijd wel iemand die komt aanbabbelen"

Als we naar buiten lopen, worden we begroet door Helmut ten Haven (90) uit Amsterdam. Ten Haven – gegroefd gelaat, witte sokken in zijn sandalen – komt net terug van de toeristenmarkt. Hoe het daar was, vraagt Zwart. Hij zucht diep. 'Niet te doen. Ze liepen allemaal de verkeerde kant op, weetjewel.'

Ten Haven is hier met zijn vrouw. Ze kwamen hier eind juni en blijven tot eind augustus. Zwart vraagt hem hoe zijn vakantie bevalt. 'Joh, ik heb het hier altijd naar mijn zin. Er is altijd wel iemand die komt aanbabbelen.'

En als om te bewijzen dat er inderdaad altijd iemand komt 'aanbabbelen', komt er een bekende voorbijlopen. 'Leen!' Ze maken een praatje. Hoe zijn oogoperatie is gegaan, vraagt Helmut. Wat denk je, zegt Leen. 'Ik herken je toch.'

"Ik ga niet achte de geraniums zitten"

'Wij varen nog wel', zegt Ten Haven even later. 'Maar niet meer zoveel als vroeger. We zijn in Parijs geweest, in Bremen, in Koblenz. We gingen geregeld naar de noordelijke provincies. Heerlijk, was dat. Maar nu gaat dat niet meer.' Veel leeftijdsgenoten varen helemaal niet meer, zegt hij. 'Vroeger kwamen er nog wel eens kennissen op bezoek, maar dat wordt ook minder.' Toch is hij voorlopig nog niet van plan om zelf te stoppen. 'Ik ga niet achter de geraniums zitten. Dat is niks voor mij.'

Vorig jaar waren Van Haven en zijn vrouw 65 jaar getrouwd. 'Dat hebben we hier gevierd, in het havenrestaurant. Katwijk heeft toch een speciale betekenis voor ons.'

Uit de krant