Willem van der Plas (links), Jan Sneijders (midden) en Pieter van der Bent.
Willem van der Plas (links), Jan Sneijders (midden) en Pieter van der Bent.

Verdwenen Joodse families krijgen gezicht na uitgebreide zoektocht

Algemeen

Het is al laat op de avond als de politie in Katwijk aan den Rijn gebeld wordt door de recherche in Leiden. Er moet een agent naar de brug over de Oude Rijn komen om twee mannen de weg te wijzen. Op het bureau is maar één agent aanwezig die zijn post niet kan verlaten. Hij belt een collega die van zijn vrije tijd aan het genieten is. De collega weigert. Misschien wel omdat hij wist wat er ging gebeuren.

Uiteindelijk wordt er toch een agent gevonden die de twee mannen ophaalt. Rond 02.00 uur komen ze aan op Zeeweg 133, het huis van de joodse familie Belinfante. Ze bellen aan, maar niemand doet open op dit tijdstip en waarschijnlijk voelden ze de bui al hangen. Het houdt de mannen niet tegen. Ze slaan een ruit van de voordeur kapot en schuiven de grendel open. Binnen zijn Adriaan Hendrik Belinfante, zijn moeder, zijn vrouw Rachel, twee zoons en pas geboren dochtertje. Ze zijn waarschijnlijk verraden. Het gezin wordt gearresteerd en belanden op 20 februari 1944 op het transport naar kamp Westerbork. Vanuit daar wordt het gezin verscheurd en verdwijnen ze in verschillende concentratiekampen. Geen van allen overleeft het.

Postkaarten

Bijna vijftig jaar later ruimt de chef Technische Dienst een antiek bureau op in het oude laboratorium van de Sociëteit voor Chemische Industrie 'Katwijk' (de Chemische) aan de Prins Hendrikkade. In de lades vindt hij oude postkaarten verstuurd naar concentratiekamp Theresienstadt in Tsjechië. Hij vertelt dit aan Pieter van der Bent die daar ook werkzaam is. De postkaarten laten Van der Bent niet meer los. ´Ik had gelijk het gevoel: 'Hier moet iets mee gebeuren'.'

Puzzelstukjes

Het is het begin van een jarenlange zoektocht. Wie was deze familie en wat is er met ze gebeurd? Gesprekken met bewoners, een speurtocht naar huisnummers, een duik in meerdere archieven, politierapporten en bezoekjes aan musea zorgden ervoor dat er steeds een nieuw puzzelstukje werd gevonden. Dat ging niet makkelijk, want veel nazaten en familieleden zijn niet meer te vinden of willen er niet over praten, omdat het veel emoties oproept. Daarnaast is er maar weinig informatie bewaard gebleven en de informatie die het gemeentehuis nog heeft, mag vaak niet openbaar worden gemaakt, omdat dit privacygevoelig is.

Detectives

Tijdens die zoektocht is hij niet alleen. Ruim twee jaar geleden komt hij in contact met Willem van der Plas die vervolgens Jan Sneijders inschakelt voor het checken van de stamboomgegevens. Het verhaal van de familie Belinfante grijpt ze aan, al helemaal wanneer de familie tijdens de zoektocht een gezicht krijgt dankzij gevonden foto's van een voormalig dienstmeisje van de buurman van het gezin. Naast de Belinfantes vinden ze ook informatie over de familie Valença die 18 oktober 1943 aan Parklaan 38 ook werd opgepakt door de SD, de Duitse inlichtingendienst. Levie Valença was op dat moment met zijn vrouw Sophia, Lewie van Emrik en Esther Smeer. Ook zij worden weggevoerd naar verschillende kampen. Van der Plas verwacht dat er nog meer joden in Katwijk zo zijn afgevoerd.

Het drietal wil dat deze mensen herdacht worden. Die gaat er nu komen in de vorm van 'struikelstenen'. Deze zogenoemde 'stolpersteine' zijn een idee van de Duitse kunstenaar Gunter Demnig. De steentjes zijn tien bij tien centimeter met een messing bovenplaat en daarop de namen van joodse bewoners die tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn gedeporteerd en vermoord in concentratiekampen. De kunstenaar noemt het 'struikelstenen' omdat 'je erover struikelt met hoofd en je hart, en je moet buigen om de tekst te kunnen lezen'.

Wachtlijst

De gemeente kiest niet voor de stenen van de Duitse kunstenaar. Daar is de wachtlijst te lang voor en daarom wordt er gekozen voor een goedkopere replica. Het maakt de drie 'detectives' niets uit. 'Als deze mensen maar herdacht worden', vertelt Van der Plas. Hij is blij dat er eindelijk een einde komt aan dit verhaal. 'Het blijft nu op onze rug liggen. Als het aan ons had gelegen, waren de struikelstenen allang gelegd.' Het is de mannen al meerdere keren gevraagd: 'Waar blijven toch die struikelstenen?'. De gemeente kondigde vorig jaar in juni al aan dat ze deze wilde aanschaffen. De eisen die ze stelde waren echter hoog en maakte de zoektocht voor het drietal die al het zoekwerk vrijwillig uitvoerde, niet gemakkelijk. De gemeente wil zoveel mogelijk bewijzen zien dat de Joodse Katwijkers, daadwerkelijk Katwijkers waren, hier ook zijn opgepakt en in concentratiekampen zijn gestorven en op welke data dit allemaal gebeurde. Dat zorgde soms voor enige discussie. Zo woonde de moeder van vader Adriaan Belinfante in Leiden, maar is ze wel hier opgepakt.

In totaal worden negen stenen besteld die op de stoep voor de voormalige woningen van hen aan de Zeeweg en de Duinoord, voorheen de Parklaan, komen te liggen. Zes stenen voor Belinfante, één voor Levie Valença (zijn vrouw overleeft het kamp), een voor Lewie van Emrik en een voor Esther Smeer.
Naar verwachting worden de stenen in februari gelegd. Het drietal hoopt dat het enige nazaat van de Belinfantes, een nichtje van Adriaan en Rachel, hierbij wil helpen.

Het is niet duidelijk hoeveel Joodse mensen uit Katwijk zijn gedeporteerd. Van der Plas, Sneijders en Van der Bent blijven zoeken. Het hoofdstuk van de families Belinfante en Valença kan in ieder geval worden afgesloten.

Uit de krant