Honderd

Deze week vieren we op bescheiden wijze het 100-jarig jubileum van De Katwijksche Post en toevalligerwijs ook het 100-jarig bestaan van Uitgeverij Verhagen. Honderd jaar is toch een hele periode. Nederland had net de mobilisatie achter de rug, geen werk, geen geld, geen startersfonds en geen subsidiepotjes om een beroep op te doen. Ook toen waren er innovatieve mensen. Onafhankelijk van elkaar startten Willem Wouda van De Katwijksche Post en Jan Verhagen van Uitgeverij Verhagen in 1922 elk hun eigen uitgeverij. Allebei in een ander gebied maar vanuit eenzelfde gedachte: het brengen van lokaal nieuws. Verslag doen van de eigen samenleving. 

Na een moeizame start, het waren slechte jaren en het produceren van één pagina kostte vele uren, werd de krant een graag geziene gast in veel huisgezinnen en dat is nog steeds zo. De Katwijksche Post maakt, evenals onze andere kranten, deel uit van de lokale samenleving. De Rijnsburger werd als krant opgericht in 1927 en wordt door veel inwoners gespeld. Volgens gemeente, politieke partijen, verenigingen, organisaties en vele burgers draagt de krant bij aan de lokale democratie. Een belangrijke bron van informatie 

Wij zijn er trots op dat wij al 100 jaar deel uitmaken van deze hechte samenleving. Met respect en waardering voor elkaars inzicht. Een periode van 100 jaar, waarin vele mooie gebeurtenissen plaatsvonden, maar ook oorlogen hebben gewoed, crises zijn gepasseerd en zelfs onlangs een zeer heftige Covidpandemie. En nog steeds is de krant niet weg te denken uit de samenleving. Tijdens de laatste crisis werd de informatie via onze krant als de meeste betrouwbare gewaardeerd. Ook de technische ontwikkeling gaat door, want het letterzetten in lood is overgegaan in het steeds efficiënter inzetten van digitale systemen, internet, social media, het doorgeven van podcast en video.

jaar is wel mijlpaal, maar de tijd is er ook weer niet naar om volledig uit onze panty te springen. Dus vieren we het bescheiden wijze met grote dank aan al degenen die hieraan hebben meegewerkt. 

is soms onnoemelijk veel, vooral als je jong bent. Ik weet nog dat ik bijna honderd gulden bij elkaar had gespaard, los van mijn geld in de spaarpot. Gewoon om iets bijzonders te kopen. Honderd gulden. Even zo vaak heb ik het uitgegeven en telkens had ik er weer een andere, nog mooiere bestemming voor. 

Jaren geleden interviewde ik een mijnheer die 103 jaar was geworden. Ik stapte binnen bij een uiterst kwiek persoon. Hij was net naar het bejaardenhuis verhuisd, omdat zijn kinderen zich zorgen maakten. Hij was zeer goed bij de tijd en ik vroeg hem naar zijn levensreis. ‘Ik heb het geweldig naar mijn zin. De aandacht van de dames is geweldig, het eten heerlijk. Eigenlijk is dit heel goed te doen. Dit is prima, maar de eerste honderd jaar zijn het moeilijkst.' Laten we ons daar maar aan vasthouden.