Piet en Gerard Verheij beleven mooie herinneringen aan hun schoolperiode. | Foto: PvK.
Piet en Gerard Verheij beleven mooie herinneringen aan hun schoolperiode. | Foto: PvK. Foto: Piet van Kampen

Julianaschool viert 100 jarig bestaan

Herinneringen broers Verheij over schoolperiode

In 1956 verhuisde het gezin Verheij vanuit het plaatsje Driebruggen onder de rook van Woerden naar Rijnsburg. Vader Pieter Jacob Verheij kreeg daar de baan als Hoofd der school van de Julianaschool. Zijn voorganger de heer Boender ging zijn job voortzetten in Den Haag maar had op dat moment in de Residentiestad nog geen woning. Uit nood geboren trok het gezin Verheij in bij de familie Boender in de Hofstraat naast de school. Van de nood een deugd maken: twee gezinnen onder een dak.

Door Piet van Kampen

De beide broers hebben hun vader als leraar voor de klas gehad. ‘Drie keer niks’, blikt Piet op die tijd terug. ‘Vader was streng, ook voor ons en als wij de fout ingingen kregen wij thuis ook nog eens de volle lading’, weet Gerard zich nog duidelijk te herinneren. ‘We moesten een voorbeeld zijn voor de andere leerlingen’, vult Piet hem aan.


Toch hadden zij respect voor hun vader want het was een zware job en ze hadden een goede band met hem. ‘Vader was een soort Manusje van alles. Hij gaf niet alleen les. Hij maakte ook de roosters, betaalde de salarissen uit, regelde inkoop van lesmaterialen, maar ook het coördineren van de bezetting van de leerkrachten en alle administratieve rompslomp kwam op hem neer’, vertelt Gerard. ‘Maar het meest intensieve was het regelen van het jaarlijkse schoolreisje voor tweehonderd kinderen. Hij was blij als hij ’s avonds weer thuis kwam en alles goed was verlopen. Liever een hele week voor de klas dan een zo’n zware dag’, weet Piet zich nog maar al te goed herinneren.


Orgel

Op de Protestants Christelijke school was het leren van psalmen een vast gegeven. Uniek was echter dat Hoofd der school Pieter Jacob een orgel in het leslokaal had staan. Dus werd de dag begonnen met het zingen van een psalm, begeleid door de meester. Tijdens het speelkwartier zoals dat heette, werd er touwtje gesprongen, geknikkerd en een spelletje Poes gedaan, een actieve vorm van tikkertje spelen. Ook werd er stiekem gevoetbald, het bloed kruipt immers waar het niet gaan kan. ‘En dan lag de bal weer eens op het platte dak van garage Blom en moest ik beleefd aan mevrouw Blom vragen of zij de bal er vanaf wilde halen’, vertelt Piet met een glimlach.


Het team van hoofdmeester Verheij bestond in die jaren o.a. uit de ‘meesters’ De Graaf, Geluk, Van Roekel en de juffen De Wit (iedereen hield van haar), Van Loon en Bensschop, aangevuld met de ‘parttimers’ een handwerkjuf en een gymleraar.


Over juffrouw van Loon gesproken. Elk jaar deed zij met haar klas mee aan de optocht tijdens de Oranjefeesten. Hierbij viel ze altijd in de prijzen en met het gewonnen geldbedrag, aangevuld door ouders, ging zij met haar klas elk jaar naar Prinsjesdag in Den Haag.

Elke maand hadden de schoolhoofden uit het dorp, ook van hogere scholen, beurtelings een sociale contactavond om even bij te praten, op zich een goede zaak. ‘De sigaren stonden dan bij ons op tafel’, ziet Gerard nog voor zich. ´Dat noemden ze de Hoofdenkring´. Tijdens de koude oorlog begin jaren zestig van de vorige eeuw (Rusland en Amerika) werd ook de school in het wereldgebeuren betrokken. ‘In de school werden, door het Rode kruis, uit voorzorg honderd bedden op de zolder gezet. ‘Onze vader was blokhoofd van een bepaalde wijk als er zich calamiteiten zouden voordoen, maar gelukkig is het nooit zover gekomen’, vertelt Piet.


Bekende namen

Uit hun schooljaren herinneren de beide mannen zich nog diverse namen van medeklasgenoten. Piet herinnert zich Cor Kralt, Wim van Starkenburg, Henk van Iterson en Adrie Schoneveld waarmee hij bevriend raakte. Ook Gerard spit even in zijn geheugen en noemt Jan van Klaveren, Henk Ravensbergen en Dick Heemskerk wat in die jaren ook een vriend van hem is geworden.


Het is een greep uit de jongensjaren van de gebroeders Verheij waarvan Piet aardrijkskunde als favoriete les had en Gerard zich meer tot geschiedenis geroepen voelde. Een stukje geschiedenis opgetekend uit de monden van oud-leerlingen wiens vader een belangrijke rol in het verleden (1956-1971) in de Julianaschool vervulde.


Raad wil duidelijkheid over nieuwbouw Hoekstra Wheels

De gemeenteraad wil van het gemeentebestuur snel duidelijkheid over de nieuwbouw van Hoekstra Wheels. In februari vorig jaar brandde de fietsenwinkel in Valkenburg af tijdens een grote brand.


De gemeente was in eerste instantie snel met het regelen van een tijdelijke locatie in De Peuk. Echter liep het traject om te komen tot nieuwbouw daarna zeer stroef. Volgens de fietsenwinkel komt de gemeente steeds met nieuwe eisen voor het nieuwbouwplan. 

Namens de gehele gemeenteraad vroeg raadslid Brul van de VVD opheldering aan verantwoordelijk wethouder Mostert. ‘Ze hebben meer dan een jaar moeten wachten. Ze zijn financieel en emotioneel geraakt. De gemeente heeft inmiddels de fouten erkend, maar een interne evaluatie is nog niet besproken met de familie Hoekstra,’ sprak Brul.

‘Namens alle partijen vragen we u de interne evaluatie aan de gemeenteraad te sturen en in gesprek te gaan met Hoekstra Wheels. Dit is wel het minste wat de gemeente kan doen.’ Wethouder Mostert: ‘De interne evaluatie ken ik nog niet, want die is er ook nog niet. Deze week, dinsdag, bespreken we het in het college. Daarna zullen we hem bespreken met de familie Hoekstra. We gaan ook kijken wat we ervan kunnen leren.'