Cor met de bakfiets op pad voor de slagerij.
Cor met de bakfiets op pad voor de slagerij. Foto:

Kistje documenten geeft bijzonder verslag over meidagen van 1940 prijs

Deze dagen is weer uitgebreid stilgestaan bij de herdenken van de slachtoffers die zijn gevallen in de Tweede Wereldoorlog en de bevrijding in 1945. Nog steeds worden nieuwe verhalen verteld. Nog zo’n nieuw verhaal kwam een tijdje geleden naar boven. Uit een kistje documenten. Een verslag van een Kattek-Binder over die eerste oorlogsdagen in mei 1940. Dat kistje kwam tevoorschijn bij een verhuizing. Dat meldt Cok Francken in een e-mail aan de redactie van deze krant.


‘In dit kistje zat een stapeltje handgeschreven brieven met een rond 1982 door mijn vader (hij is eind 1986 overleden) opgetekend verhaal over de meidagen van 1940 in Katwijk Binnen: de inval van de Duitsers in Nederland.’


‘Het eerste gedeelte bevat zijn persoonlijke herinneringen, in het tweede gedeelte beschrijft hij wat meer collectieve herinneringen uit de regio, en het laatste gedeelte is meer een dankwoord en een persoonlijke opinie over vrijheid. Helaas is dit gedeelte weer erg actueel, gezien de oorlog in Oekraïne. Blijkbaar had mijn vader een vooruitziende blik’, schrijft Cok Francken.


Hieronder het verhaal van Cor Francken (1929 – 1986).




‘Mijn herinneringen aan de meidagen van 1940’

Ik was toen 10 jaar en woonde in de Kerkstraat, waar mijn vader een slagerij had. Wij werden die vrijdagochtend van de 10e mei 1940 door onze moeder gewekt met de boodschap: ‘Jongens, kom eruit, ik weet niet wat er aan de hand is, maar de lucht zit vol met vreemde vliegtuigen’, nog niet wetend dat het Duitse vliegtuigen waren. Dit was om ongeveer 04.30 uur, het was al volop licht.

Door nieuwsgierigheid gedreven renden we naar de hoek van de straat, waar het al zwart zag van de mensen. Daar werden de geruchten al sterker dat het oorlog was, dat de Duitsers ons land binnengevallen waren en dat ze parachutisten op het vliegveld Valkenburg dropten.


Nog steeds nieuwsgierig rende ik onder de aandacht van mijn ouders vandaan, richting Wassenaarseweg. Waar nu de Vinkeweg is, ging een landweggetje de Zanderij Westerbaan in, waar je vrij zicht had op een deel van het vliegveld. Ook daar veel mensen, waarvan er velen nog verder zuidwaarts liepen, waaronder ook ik. 


De nieuwe stek om het goed te kunnen zien was de toenmalige ‘Rusthoek’, een koffietent annex benzinestation, op de plek waar nu de Tulpstraat begint [waar nu restaurant Peking is]. Van daaruit kon je over het vrije veld het hele Vliegveld Valkenburg overzien, waar al brandende Junckers op de grond stonden, terwijl anderen nog – veelal jonge – para’s afgooiden, waarvan er velen werden neergeschoten, ondanks de paniek en het wantrouwen onder de Nederlandse soldaten; omdat er ook Duitsers bij waren in Nederlandse uniformen. Dit heb ik zelf niet gezien, maar later wel van diverse kanten gehoord.


Ook beweerde men in die dagen stellig dat uit een binnenschuit die regelmatig ongebluste kalk uit Duitsland bij de kalkzandsteenfabriek in Katwijk aan den Rijn afleverde, in plaats van kalk een groot aantal Duitse soldaten in Nederlands uniform gelost werden.


Ontplofte granaat

Terug naar de ‘Rusthoek’, alwaar het zwart zag van de mensen. Op het vliegveld hoorde je hevig schieten en granaten ontploffen. Of dit van mortiergranaten of kanonnen kwam, was niet bekend. Op een gegeven moment kwam een granaat vlak voor ons in het land terecht en ontplofte, waardoor het voor iedereen toen pas goed duidelijk werd wat er aan de hand was, en het rennen geblazen was.

Ik ben toen bij kennissen van mijn ouders in de Rijnstraat terecht gekomen. Hoe ik vandaar thuis gekomen ben, weet ik niet meer, maar mijn ouders lachten en huilden tegelijk, omdat ik weer thuis was.

Wij hadden een vrij grote kelder, waarin ons gezin met twee stel buren de oorlogsdagen hebben doorgebracht. Het weer was die dagen erg mooi. Zo mooi dat achter in de tuin – dat kon je net door het kelderraam zien – de kastanjeboom volop in bloei stond. Dit heb ik mijn hele leven onthouden. Ik ben nu 53 jaar en heb sindsdien maar erg weinig meegemaakt dat de kastanjebomen op de 10e mei al in bloei stonden. 


Laffe bombardementen

In de boeken van Dr. L. de Jong staat dat de artillerie vanuit Katwijk aan Zee het vliegveld bestookte, maar ook bij ons hoorde je vanuit de kelder de granaten van het Nederlandse geschut vanuit Noordwijk overkomen, vanaf de tweede dag erg intensief.

Tot de laatste dag, toen het Nederlandse leger capituleerde vanwege de laffe bombardementen op de stad Rotterdam, uit represaille voor de grote tegenstand die ze van de Nederlanders ondervonden. 

Want eenmaal van de eerste schrik bekomen zijn er door de Nederlandse troepen, wellicht niet in georganiseerd groot verband, maar wel in gehergroepeerde grotere en kleine groepen succesvolle verdedigende acties uitgevoerd. Zo werden bijvoorbeeld van de tweede golf parachutisten boven het vliegveld door de daar gestationeerde Nederlandse troepen vele, zo niet ontzettend vele Duitse parachutisten uitgeschakeld. 


De beste vrede is helaas een gewapende vrede


In het dorp Valkenburg lag – waar nu de Nederlandse erebegraafplaats is – de Duitse begraafplaats, waar op elk graf één Duits kruis stond, met slechts één naam, maar waarin, later door diverse Valkenburgers bevestigd – vaak zes tot acht Duitsers begraven lagen. Er stonden ca. 60 van deze kruizen.


Later is dit graf overgebracht naar Brabant – ik meen ergens in de Peel – en zijn een aantal Nederlandse gesneuvelden naar deze plek in Valkenburg overgebracht.

Een ander verhaal ging over een groep (hoe groot weet ik niet) Nederlandse militairen onder bevel van majoor Mallinckrodt, die staande in het water van een sloot tot viermaal toe een Duitse soldaat uitschakelde, terwijl de Duitsers maar niet doorhadden waar het vuren vandaan kwam, en steeds maar weer een nieuwe post naar voren schoven.


Dankbaarheid
aan bevrijders

Ik stop, hoewel ik nog wel meer over de hierop volgende donkere jaren zou kunnen schrijven: over de hongerwinter, de razzia’s, de vorderingen, de beschietingen, de 6e juni 1944, de slag om Arnhem, etc.


Met nog steeds grote dankbaarheid aan de bevrijders van toen: Nederlanders, Amerikanen, Engelsen, Polen en Fransen – waarvan velen hun leven gegeven hebben – genieten we nog steeds van alle vrijheden die zij onze westerse wereld brachten.

Hier kan niet genoeg op gewezen worden, want een volgende dictator met nog meer leugens en geraffineerde methoden staat allang te dringen, en de wapens in zijn hand zijn een vloek, terwijl ze in handen van volken die rechten en vrijheden voorstaan een zegen zijn. 


De beste vrede is helaas een gewapende vrede.


Cor Francken,

1929 – 1986.

Een van de handgeschreven brieven.
Cor was tien jaar toen de Tweede Wereldoorlog begon.