Kees voor zijn verzameling. | Foto: Aad van Duijn
Kees voor zijn verzameling. | Foto: Aad van Duijn Foto: Aad van Duijn


Nog steeds vragen nabestaanden naar informatie

In de afgelopen vijftig jaar verzamelde Katwijker Kees van Duijvenvoorde ruim 45 duizend foto’s van vissersschepen of aan deze schepen 



Door Aad van Duijn

gerelateerde beelden. Daarnaast heeft hij lijsten met relevante informatie over deze schepen, het bouwjaar, de diverse eigenaars en uiteraard de bemanningsleden. Regelmatig wordt hij bevraagd over de bezetting van schepen die in de Eerste Wereldoorlog op zee bleven. ‘Nazaten zijn nieuwsgierig wat er gebeurde en wie aan boord waren.’


De in 1947 geboren Kees volgde een opleiding op de toenmalige tuinbouwschool. Aansluitend werkte hij bij een aantal bloemisten totdat zijn vader, die walbaas was bij een haringsnijderij in IJmuiden, hem interesseerde voor deze bedrijfstak. ‘Men had daar op zaterdag vrij, terwijl we in de bloemen juist die dag nog volop aan de slag moesten. Vandaar mijn keuze om najaar 1967 in IJmuiden te starten bij het bedrijf dat op de kop van de haven gevestigd lag.’


Kees is geboren in de Paul Krugerstraat, waar zijn grootouders een flinke dam hadden. ‘Een locatie waar later nieuwbouw ontstond, zodat we in 1953 verhuisden naar Duinoord,' aldus de al decennia met zijn gezin in de Duinstraat wonende Kees.


‘De haringverwerker - inmiddels eigendom van de familie Messemaker van ook de KW45 - kent een lange geschiedenis met meerdere eigenaren, zoals Kennemerland, de firma Haasnoot en Pronk Vis. Gerenommeerde namen die de geschiedenis van ons vissersdorp tekenden.’ 


Groene haring

Wat bleef is de kwaliteit van de producten. Daar speelde Kees als voorman ook een rol in, want in de moeizame jaren van de haringaanvoer bleef het bedrijf garant staan voor een kwaliteitsproduct; ook in gesneden groene haring.


‘Het productieproces organiseerden we opnieuw. De gevangen haring werd diepgevroren in pakken van ruim twintig kilo aangevoerd. We startten met walkaak, want aan boord vond het kaken niet meer plaats. Een procedure die deels nog steeds geldt.'


‘Onze gekaakte en gesneden haring vond landelijk veel aftrek. Enerzijds in emmertjes en anderzijds als gesneden maatjes of groene haring. We hadden bijvoorbeeld wekelijks een Limburgse handelaar die een kleine tienduizend schoongemaakte haringen ophaalde. De grote interesse ontstond deels door de mond-op-mond reclame.’


Fotograferen

‘Vanaf 1970 begon ik foto’s te maken van vissersschepen in de haven van IJmuiden. De haringverwerker lag op een centrale plek, waar nu de afvaart van de ferry naar onder andere Newcastle is, en de vissersvaartuigen voeren aan ons voorbij. De vissersvloot was nog van betekenis, dus er viel letterlijk wat te fotograferen. Mijn interesse in eerste instantie, was om alle Katwijkse vissersschepen in beeld te brengen en de bijbehorende informatie te noteren. Daarna volgden al rap die uit IJmuiden, Texel, Urk, Den Helder, Lauwersoog, etc.’.’


‘Ik startte echter met het fotograferen van sleepboten, mede omdat de bekende rederij Wijsmuller vlakbij lag. Aansluitend stapte ik over op de visserij. Nadat mijn interesse eerst alleen bij Katwijkse vissersvaartuigen lag, groeide het uit tot een compleet overzicht met ook havens en havensteden. Vooral de havens in Engeland interesseerden me. Een hobby waar trouwens veel mensen actief in zijn.’


‘Ik heb bijvoorbeeld de gehele Katwijkse vloot uit 1900 in beeld. De houten zeilloggers vanuit 1895 kenden tot aan de Eerste Wereldoorlog soms zeven of acht eigenaren. Alle gegevens, inclusief de bemanning, over deze schepen heb ik uitgezocht en gearchiveerd. Een schat aan informatie, waar met regelmaat interesse voor is.’


‘Ik maak deel uit van een werkgroep in het Katwijks Museum waar we 


normaal gesproken, nu gelden coronamaatregelen, op maandag bij elkaar komen. De meeste vragen die komen zijn geadresseerd aan het museum, waar Jan van Beelen of ik vanuit de door ons verzamelde informatie antwoorden kunnen geven. Wist je dat alleen al achtentwintig Katwijkse vissersschepen tussen 1914 en 1918 op zee zijn gebleven? Veelal vanwege de mijnen waar de Noordzee mee vol lag. Tot op de dag van vandaag vragen nabestaanden naar informatie: vooral namen van de bemanningsleden en de omstandigheden van toen.’


Erfenis

‘In de loop der jaren is veel informatie bekend geworden. Door onderzoek - jarenlang met ook een groep geïnteresseerden in het Vlaardings Visserijmuseum - via nagelaten geschriften en middels de nodige (wetenschappelijke) vormen van onderzoek met bronvermelding. Veel van die informatie hebben we met een groepje verzameld. Die ligt gebundeld in het Katwijks Museum. Daarnaast heb ik zelf nog 450 albums met ruim 40.000 foto’s en relevante notities. De erfenis van ruim 50 jaar zelfstandig onderzoek, verzamelen en fotograferen.’


Dit voorjaar wordt Kees 75. Van stoppen is nog geen sprake. Vooral de werkgroep die de geschiedenis van de visserij in beeld brengt, heeft zijn interesse. Dat inmiddels de visserij plaatselijk sterk terugloopt accepteert Kees als een feit. Hoopvol voor de toekomt is hij wat dat betreft niet. ‘De grote kotters met de boomkorvisserij hebben volgens mij geen kans. Dat geldt wel voor het aantal moderne kotters met een maximale lengte van 25 meter.'


En zijn hobby? ‘Ik hoop dat mijn zoon Jan ermee verdergaat. Daarnaast brachten we veel informatie bijeen in het museum. Daarmee is deze geschiedenis voor het nageslacht vastgelegd.'

Kees in de jaren tachtig.
Huidige boomkorkotter: KW45 ‘Anna Hendrika’ van de familie Messemaker. | Foto: pr