Afbeelding
Foto: Gijsbert van der Bent

Het jaar van de Merel

Vogelbescherming Nederland en de vogeltelorganisatie SOVON hebben 2022 uitgeroepen tot Jaar van de Merel. Waarom zoveel aandacht voor wat nog steeds de talrijkste en meest verspreide broedvogel van Nederland is?


Een echte duinvogel kunnen we de Merel niet noemen. Toch telt de Vogelwerkgroep Berkheide de laatste jaren zo’n tweehonderd paartjes, waardoor de Merel stevig in de top 10 staat. Dat is niet altijd zo geweest. Wie foto’s ziet van onze duinen uit de jaren zestig en zeventig zal schrikken van - of aangenaam verrast zijn door - de kaalheid van het landschap. De Merel heeft danig geprofiteerd van de vergrassing, verstruiking en tenslotte verbossing die daarna plaatsvonden, onder meer door vermindering van de konijnenstand en verhoging van de stikstofdepositie.


Merelzang

Ooit was de Merel een schuwe bosvogel. Toen de bevolking groeide en Nederland in rap tempo verstedelijkte heeft de Merel zich even rap aangepast aan het dorpse en stadse leven. Het is onze bekendste tuinvogel geworden. De bebouwde kommen zouden een stuk stiller zijn zonder die prachtige Merelzang, van het vroege voorjaar tot de later zomer.

In geheel open gebieden zonder enig struikgewas komt de Merel niet voor. Nieuwe woonwijken op voormalig bouwland en eerder genoemde verstruiking van voorheen open (natuur)gebieden spelen de Merel ook weer in de kaart.


Zorgen

Er lijkt dus geen vuiltje aan de lucht voor de Merel. Toch zijn er zorgen. Bij het aanpassen aan het stadse leven ging de Merel ervan uit dat er altijd wel groen van enige kwaliteit zou overblijven: struiken om in te broeden en gazonnetjes met lekkere regenwormen bijvoorbeeld. De huidige mode om gras en groen te vervangen door steen speelt de Merels parten, evenals gemeentelijk groenbeleid dat opgeruimd staat netjes belangrijker vindt dan vogelvriendelijk struikgewas. Vanaf 2016 wordt de Merel-populatie bovendien geteisterd door het Usutu-virus. Vogelwerkgroep Berkheide zag het ook in de cijfers: met een kwart omlaag.


Tellen

De grote vogelorganisaties gaan nu meer onderzoek doen. Zo wordt onderzocht wat het broedsucces is in de verschillende gebieden. Iedereen kan bijdragen, bijvoorbeeld door mee te doen met de Merel- en Bessentelling: wekelijks in je tuin de Merels tellen en noteren wat ze eten.


Dit is aflevering 102 van deze column. De eerste 52 afleveringen zijn gebundeld in het boek Berichten uit Berkheide, dat verkrijgbaar is bij boekhandels in Katwijk, Wassenaar, Voorschoten en elders in de regio, ook online.


Gijsbert van der Bent en Gerrit van Ommering



Vrouwtje Merel met nestmateriaal. | Foto: Gijsbert van der Bent