Afbeelding
Foto: G._van_Ommering

De Zandhagedis

De duinen lijken door de aanwezigheid van zand en de afwisseling van droge en natte biotopen heel geschikt voor reptielen. Toch komt in de meeste duingebieden van nature maar één reptielensoort voor: de Zandhagedis. De Zeeuwse duingebieden en de meeste Waddeneilanden zijn zelfs geheel reptielloos. De overige reptielen die incidenteel in de duinen worden gevonden, zoals de Stierslang en de Roodwangschildpad, zijn daar door lieden met dubieuze motieven uitgezet.


komt voor in de gematigde streken van West-Europa tot ver in oost-Azië. In Nederland is de soort grotendeels beperkt tot de westelijke hoge zandgronden; naast de duinen zijn dat de Utrechts Heuvelrug en de Veluwe. In die laatste twee gebieden gaat het niet zo goed met de soort, zodat de duinen steeds belangrijker voor de Zandhagedis worden. Niet voor niets wordt de Zandhagedis geëerd met een kunstwerk langs het onlangs geopende rijwielpad Vlaggeduin langs de noordrand van Berkheide.


Voortplanting

De paartijd is van half april tot half mei. Enkele weken later worden de eitjes ingegraven op zandige, zonnig plekjes. De zonnewarmte zorgt voor het uitkomen van de eitjes, net zoals bij collega-reptielen zoals krokodillen en schildpadden. Na twee tot drie maanden (afhankelijk van de temperatuur) komen de eitjes uit. De aanwezigheid van zonnige plekken die niet verstoord worden is dus essentieel. Dit maakt ook duidelijk waarom het tot enkele tientallen jaren geleden niet goed ging met de Zandhagedissen in de duinen. Er was toen weinig kaal zand, doordat stuifplekken routinematig werden vastgelegd met Helm en Duindoorntakken. Zandhagedissen hebben juist kaal zand nodig; niet alleen om eitjes te laten uitkomen, maar ook om zelf op te warmen (het zijn koudbloedige dieren). Nu de duinen weer meer mogen stuiven gaat het beter met de Zandhagedis.


Vijanden en voedsel

Wat ook helpt is dat er (met dank aan de Vos) tegenwoordig geen Fazanten meer zijn in de duinen, want die waren geduchte rovers van de eitjes van de Zandhagedis. Er zijn natuurlijk nog genoeg andere vijanden over, waaronder roofvogels, kraaien en diezelfde Vos, maar die heffen geen grote tol. Op zijn beurt is de Zandhagedis de schrik van zijn prooien: allerlei insecten en andere ongewervelden.


Dit is aflevering 94 van deze column. De eerste 52 afleveringen zijn bewerkt en gebundeld in het boek Berichten uit Berkheide, dat verkrijgbaar is bij boekhandels in Katwijk, Wassenaar, Voorschoten en elders in de regio, ook online.


Gerrit van Ommering en Gijsbert van der Bent




Het vrouwtje van de Zandhagedis mist het groen van de mannetjes, maar is zeker niet minder mooi. | Foto: Gerrit van Ommering.