Gevoel (2)

I

k zit in de auto. Mijn vrouw rijdt. Het is een uur of vier in de middag. We zijn op weg naar de Randweg, Naar de oude Calvijnschool. Daar is de Coepel. Een soort miniziekenhuisje. Naar mijn huisarts, die mij na een belletje naar de praktijk en de keuze voor spoed of collegiaal overleg, gemaand heeft snel naar de praktijk te komen.


Mijn in een schone theedoek gewikkelde linkerhand trilt nog steeds en de trilsnelheid lijkt verdacht veel op alle elektrische schokken die ik als elektricien en klusser in mijn leven te verwerken heb gehad.


De dokter staat mij al op te wachten en bekijkt de schade. Het zaagblad is er tot bijna bij het bot ingegaan. Van binnen uit, de bovenkant is ongeschonden. Van halverwege het dichtstbijzijnde kootje aan de kant van de duim tot waar de wijsvinger aan de hand vastzit aan de kant van mijn middelvinger. Er is geen sprake van bloedverlies, wat mij enigszins verrast. De pezen zijn ongeschonden want ik kan mijn vinger buigen en strekken. 


De dokter besluit contact op te nemen met de specialisten in het Alrijne en voert op hun verzoek een test uit om te onderzoeken hoe het met de zenuwen is gesteld. Ze prikt met kleine venijnig scherpe naaldjes in de zijkanten van mijn wijsvinger en ik ervaar pijnprikkels. Ze overlegt weer met de specialist en in onderling overleg besluiten ze dat in deze situatie beter is dat ik mij meld bij de spoedeisende hulp in Leiderdorp. 


Het is inmiddels kwart over vier en we stappen in de auto met een inderhaast door de dokter aangelegd verband om mijn hand en ik merk dat de door mijn lichaam aangemaakt adrenaline begint op te raken. Er komt een doffe pijn op, rond de wond.


We gaan op weg naar de spoedeisende hulp van het Alrijne ziekenhuis in Leiderdorp.


Wordt vervolgd...



Johan Hamert