Huug Meyvogel met zijn hond. Rechtsboven Huug met kapitein Rog aan zijn orgel aan boord. | Foto's: Aad van Duijn / Katwijks Museum
Huug Meyvogel met zijn hond. Rechtsboven Huug met kapitein Rog aan zijn orgel aan boord. | Foto's: Aad van Duijn / Katwijks Museum Foto: Aad van Duijn




'Als je goed luistert hoor je zeegeluiden op de LP'


Achteraf bekeken ben ik aan boord van Hospitaal-kerkschip De Hoop voor het lapje gehouden,

Door Aad van Duijn

toen bemanningsleden me vertelden dat de jongste aan boord altijd voorzong. Ik was nog geen zestien, klein en had zeker nog geen volwassen uitstraling. Dat voorzingen bleek een succes. Mijn stem, samen met de bemanningsleden, deed het goed in de ether en uiteindelijk zijn twee langspeelplaten opgenomen. Veel Katwijkers bezitten die nog, of de remake van zo’n tien jaar geleden op cd.’

Half juli werd Huug Meyvogel 70 jaar. Nog steeds oogt hij fragiel en een beetje jongensachtig. ‘Klein en mager,' noemt hij het zelf. Dagelijks doet hij een fikse wandeling met zijn hond. ‘Door duin en dan vaak langs strand terug. Kom je in de zomer daar vroeg, dan mag het nog.' 

Veel dorpsgenoten kennen hem. Begrijpelijk, want 36 jaar lang was hij als medewerker en aansluitend conciërge op de ‘technische school' het contact naar leerlingen en, indien er iets speelde, de ouders. ‘Met ieder jaar ongeveer tweehonderd nieuwe leerlingen, zijn dat in de loop der jaren duizenden geweest die ik zo ontmoette en nu vaak nog herken. Dat laatste is dan wederzijds. Een mooie tijd,' aldus Huug.

De Hoop

Wat vooral oudere Katwijkers weten, is dat Huug destijds een ondersteunende rol speelde op het Hospitaalkerkschip De Hoop. Een schip dat letterlijk een baken van hoop was en tevens een gezellig ontmoetingspunt voor vissers die veelal haring visten - afhankelijk van het seizoen in de noordelijke Noordzee tot aan de Golf van Biskaje - of hun werk uitoefenden op de Ierse Zee en Atlantische Oceaan. Honderden vissers bevolkten de Noordzee. Dorpsgenoten, maar ook collega’s uit vissersgemeenschappen, zoals Scheveningen, Vlaardingen, Zandvoort en Bergen.

Witte vlag met B

De oprichting van het hospitaalkerkschip, voor ‘geestelijke bijstand en het verrichten van de noodzakelijke gezondheidszorg voor zeevarenden’, stamt van rond 1900. In 1899 zeilde het eerste schip uit onder de naam De Hoop. In de bijna negentig jaar dat De Hoop de zeeën bevoer waren er vier vaartuigen. Deze schepen droegen de bekende witte vlag met daarop de letter B, die verwees naar Bethel; het Huis van God.

Het schip waarop Huug aanmonsterde was vanaf 1963 het vierde hospitaalkerkschip dat zee koos. Een schip met een lengte van ongeveer 60 meter dat tot 1988 dienstdeed. Die laatste De Hoop telde 24 bemanningsleden, een predikant, een arts (die ook tanden ‘trok’) en een verpleger. De Hoop was vooral een kerk die jaarlijks 23.000 mijl aflegde op volle zee om dichtbij de gelovige vissers te zijn. 

Bijzondere activiteiten waren de radio-uitzendingen van de zang- en kerkdiensten. Daarmee legde De Hoop contact met de schepen en vaak ook achterblijvers en familieleden thuis. Het gemeenschappelijke zingen van de psalmen en een enkel gezang – op De Hoop en door luisteraars waar dan ook – maakten deze uitzendingen geliefd. En het is bij dit zingen dat de stem van Huug, soms als voorzanger, opviel.

Huug herinnert zich nog goed hoe hij in 1966 aanmonsterde - via een tip van een neef van zijn vader - en de Scheveningse kapitein Rog het familiehuis aan de Drieplassenweg aandeed om letterlijk te monsteren uit wat voor nest hij kwam. ‘Ik kwam net van de visserijschool en De Hoop vroeg een pantry-boy: het bedienen van de bemanning en het verrichten van werkzaamheden in de kombuis. Ik werd aangenomen en het ‘thuisnest’ beviel blijkbaar, want mijn broer Johan, met wie ik kort samen voer, werd later ook aangenomen.’

Opname

Uiteindelijk bleef Huug tweeënhalf jaar in dienst op De Hoop. Een tijdvak waarbinnen twee Lp’s werden opgenomen. Men vond dat Huug een mooie stem had en dominee Zethof, een vrijwilliger die regelmatig meevoer, had het idee om een plaat te maken. De opbrengst was bestemd voor een nieuwe sloep die bemanningen van boord haalden en naar het hospitaalkerkschip bracht. ‘Het leuke is dat veel platen verkocht werden en ik daardoor lokaal een bepaalde bekendheid kreeg. Om de opnames te maken lagen we stil in een baai. Als je heel goed luistert, hoor je zelfs nog zeegeluiden.’

‘Ik was inmiddels achttien jaar en het kriebelde bij me om een rijbewijs te halen, maar ook voetballen trok me. Vandaar dat ik wisselde naar de wal. In eerste instantie de typemachinefabriek in Leiden, waar veel dorpsgenoten, waaronder mijn vader, werkten. Wat ik verder met mijn vader gemeen had, was de erfelijke nierziekte die in onze familie voorkomt. Gelukkig kreeg ik vijftien jaar geleden een nieuwe nier getransplanteerd door een match met mijn schoonzus; de vrouw van mijn inmiddels overleden broer Johan.’

‘Ik trouwde in 1978 en trad een jaar later in dienst bij de Christelijke LTS, nu Vakcollege Rijnmond. Inmiddels hebben we drie kinderen, acht kleinkinderen en word ik overgrootvader. Het zingen? Zo af en toe doe ik dat stil voor me thuis, op strand of in duin. Dat is genoeg.'

Huug Meyvogel samen met kapitein Rog met zijn orgel aan boord.
Hospitaalkerkschip De Hoop. | Foto: Katwijks Museum
Afbeelding