Tevredenheid over herinrichting winkelcentrum Katwijk
Geen fietsverbod, wel behoefte aan meer fietsparkeervakken
Het kernwinkelgebied van Katwijk aan Zee is drie jaar geleden heringericht. De gemeente heeft samen met bewoners, ondernemers, bezoekers en handhavers de inrichting geëvalueerd. De algemene conclusie uit de evaluatie is dat men tevreden is over de herinrichting van het centrum. Met name de bewoners en bezoekers vinden dat de sfeer en uitstraling is verbeterd sinds de aanpassingen, meldt de gemeente in een persbericht.
Daarnaast zijn er ook een aantal aanbevelingen uit de evaluatie gekomen.
Met die aanbevelingen wil het college van burgemeester en wethouders samen met betrokkenen de leefbaarheid, aantrekkelijkheid en verkeersveiligheid van het kernwinkelgebied in Katwijk aan Zee verder verbeteren.
Aanbevelingen
De herinrichting heeft het gebied een positieve impuls gegeven.
Uit het onderzoek komt naar voren dat men tevreden is met de inrichting en uitstraling van het gebied, maar hier en daar zijn er ook verbeterpunten, zoals fietsparkeren, fietsen in het winkelgebied en handhaving.
Fietsparkeren
Het college wil het fietsgebruik verder stimuleren, en dan moeten er ook voldoende stallingsmogelijkheden zijn.
Dit kan door de (tijdelijke) fietsparkeervakken in stand te houden en te kijken waar er extra plekken kunnen komen.
Het college wil op grond van eerder onderzoek en in overleg met de winkeliers kijken of er tot een fietsoplossing gekomen kan worden.
Over het fietsen in het gebied zijn de meningen verdeeld. Ongeveer de helft van de ondervraagden vindt dat goed en wil het zo houden, terwijl de andere helft om een verbod vraagt.
Niet fietsen op zaterdag
Vanwege de bereikbaarheid voor fietsers kiest het college ervoor voorlopig fietsen in het gebied toe te staan, met uitzondering van de zaterdag vanwege de drukte.
Er is ook gesproken over het plaatsen van een extra poller in de Voorstraat om het gebied verder af te sluiten. Het college wil daar niet meteen tot overgaan, maar eerst aankijken hoe het met extra handhaven op de bestaande verkeersregels gaat.
Katwijk zoekt balans tussen reguleren en bouwen
‘Een huis is zoveel meer dan een paar stenen’, zei CDA-raadslid Barend Tensen vorige week donderdagavond in de gemeentelijke commissievergadering over de inventarisatie gebruik woonruimte. Oftewel, hoe gaat Katwijk regelen dat iedereen betaalbaar kan wonen, zonder toerisme en beleggers volledig de deur te wijzen. De wethouder kan met de input van de commissie aan de gang om plannen te maken.
Door Marc Wonnink
Starters en huishoudens met een laag- of middeninkomen hebben steeds meer moeite om een woonruimte te vinden. Er wordt onvoldoende gebouwd, woningen worden omgevormd als Bed & Breakfast, AirBNB of opgekocht door beleggers. ‘Het is niet gewenst wanneer de toevoeging van betaalbare nieuwbouwwoningen vervolgens teniet wordt gedaan doordat bestaande woningen aan de voorraad worden onttrokken of op een andere, oneigenlijke manier gebruikt worden,’ schrijft het college.
'We moeten voorkomen dat alles wordt opgekocht'
‘Maak haast met het opstellen van een huisvestingsverordening, zodat die in januari 2022 in werking kan treden’, aldus Pauline Smit van GemeenteBelangen. Sonny Spek (DURF): ‘Wij vragen hier al sinds 2018 om. We moeten voorkomen dat alles wordt opgekocht.’
Tensen (CDA): ‘Ik stel een registratieplicht en maximaal aantal dagen voor toeristische verhuur voor.’ Jaap Haasnoot (KiesKatwijk): ‘Ga dit nou maar gewoon doen. Dit had twintig jaar geleden al gemoeten.’
De commissie beaamt dat er inderdaad wat gedaan moet worden.
Niet verbieden
In de vergadering ontstond een debat tussen de VVD aan de ene kant, en DURF en het CDA aan de andere kant.
De VVD ziet er niets in dat de gemeente toeristische verhuur zou gaan reguleren.
‘Ik begrijp nu dat er elf jaar niks gebeurd is onder de VVD. Ik stel een simpele vraag; vindt u dat er maatregelen genomen moet worden om excessen tegen te gaan?’, zei Spek.
Toon Stegmann (VVD) reageerde: ‘Ik kan mij voorstellen dat mensen overlast ondervinden van bijvoorbeeld een AirBNB. Daar kunnen we als gemeente wat aan doen; we pakken dan de overlast aan. Maar we gaan niet het verhuren van woningen verbieden.'