Oud

‘De Duivel is oud’ dat hoor je vaak van leeftijdgenoten van mij. Ik word als het mee zit in augustus 67 jaar en ben volgens de oude definitie, boven de 65, en dus bejaard.


Die leeftijdgenoten hebben een door de media opgepompte afkeer van het woord, bejaard betekent afgeschreven. Ze hebben kennis van het verleden waarin ouderdom hoog werd ingeschat omdat het betekende dat iemand veel levenservaring en dus wijsheid bezat.


Ze willen zich niet neerleggen bij het feit dat al hun functies afnemen en hun lichaam er ook niet soepeler en fraaier op wordt. Ik word wel oud. Ben iets aan het uitwassen met een spons, ga de spons afspoelen en onder het afspoelen schiet er iets anders in mijn hoofd en pas als ik de natte plek zie, denk ik: o ja, en kan vervolgens de spons nergens meer vinden, omdat ik het, zonder het op te slaan in mijn korte geheugen, naast mijn scheerschuim heb gezet en het kastje dichtgedaan.


Nog één voorbeeld van mijn toenemende onhandigheid is dat ik een kilo rijst, verpakt in plastic moet openen. Bovenaan zit van dat geribbelde plastic met een schaartje en een stippellijn. Maar er was geen schaar in mijn directe nabijheid en dus dacht ik, ik doe net of het een zak chips is en trek hem open. Dit resulteerde in een verticaal scheurtje van een centimeter die zorgt dat, als hij doorschiet, de rijst niet bij elkaar kan blijven. Dus ik pak een brok plakband om een en ander te repareren en zet het pak terug. Vervolgens wil ik weten wat de kooktijd is, pak het pak uit de kast, waarbij de scheur toch doorschiet en veel rijst op de vloer verdaagd en als klap op de vuurpijl heb ik de kooktijd afgeplakt met van dat niet te verwijderen aluplakband.


Van die dingen… Mijn advies: leg je erbij neer, net als Hedy ‘D Ancona. Haar citaat : ‘Ja, het zákt allemaal, maar dat is niet zo erg’.



Johan Hamert