Niek Jan van Kesteren als supporter bij Fc Rijnvogels. | Foto: Wim Ros
Niek Jan van Kesteren als supporter bij Fc Rijnvogels. | Foto: Wim Ros Foto: Wim Ros


'Lobbyist' Niek Jan van Kesteren:

'Ik hoef niet zo nodig naar allerlei recepties'


Volgens de Volkskrant behoort hij al jarenlang tot de top van invloedrijkste Nederlanders, hij was zeventien jaar directeur bij werkgeversorganisatie VNO-NCW, vijftien jaar voorzitter van voetbalvereniging FC Rijnvogels én is sinds 2015 Eerste Kamerlid namens het CDA. Toch doet de naam van Niek Jan van Kesteren (68) niet bij iedereen direct een belletje rinkelen. ‘Veel mensen kennen mij niet, dat wil ik graag zo houden.’

Door Lennart van der Plas

Dat de geboren en getogen Katwijker later als lobbyist een prominente rol zou gaan spelen en uiteindelijk ook in de politiek terecht zou komen, was in zijn jeugd nog niet te voorspellen. ‘Toen ik een jaar of 13 was, begon ik als scholier te schrijven voor de Leidse Courant, vooral over dingen die in Katwijk gebeurden. Een prachtige bezigheid, die een vervolg kreeg toen ik van de middelbare school ging. Als leerling-journalist kwam ik in dienst en reed ik elke ochtend rond 5 uur op mijn brommertje naar Leiden. Dit deed ik tot mijn achttiende, toen ik in militaire dienst moest. Ik begon bij de artillerie in Breda. Maar dat beviel me niet zo. Na wat lobbyen – dat zat er al jong in – kon ik terecht als hofmeester/kelner in de Haagse Alexanderkazerne. Dat was best oké. Nog tijdens de militaire dienst begon ik aan mijn studie Rechten aan de Universiteit Leiden.’

Voor Van Kesteren op de universiteit terecht kwam, legde hij een wat afwijkende route af. Na de basisschool - de St. Jozefschool (tegenwoordig De Horizon) - en zo'n twee jaar aan de HBS (tegenwoordig Bonaventuracollege) te Leiden, vertrok de jonge Van Kesteren naar Den Haag.

‘Daar ging ik naar de handelsschool. Na een test bleek dat ik daar meer aanleg voor had. Bovendien zeiden ze tegen mijn vader: ‘Die jongen kan maar beter vertegenwoordiger worden'. In Den Haag was ik de leerling die het verste van school af woonde, en de rit met de bus was elke ochtend een hele onderneming. Ja, achteraf bezien was dit wel een bijzondere wending. Na een aantal jaar op de handelsschool maakte ik in Den Haag de HBS af om verder te kunnen aan de universiteit.'

Tijdens zijn Leidse studietijd trouwde Niek Jan van Kesteren met Hanneke, met wie hij later een dochter (Dorine) en zoon (Kees Jan) kreeg. Toen zijn jaar in militaire dienst erop zat, keerde hij terug in de journalistiek. ‘Ditmaal bij het Leidsch Dagblad, waar ik een wekelijkse column schreef, onder meer over de lokale politiek. Daar verdiende ik ook wat centjes mee. Aan het eind van mijn studietijd stond ik op een kruispunt in mijn carrière: doorgaan in de journalistiek, of aan de andere kant kijken. De keuze viel op het laatste. Bij toeval kwam ik terecht op het Ministerie van Defensie, waar ik na een advertentie in de krant had gesolliciteerd. Ik werd er referendaris der tweede klasse, met als voornaamste taak het werken aan arbeidsvoorwaarden voor personeel. Hierbij kwam ik veel in aanraking met het ministerie en vakbonden, dus ik zag al vroeg hoe machtsverhoudingen lagen en hoe de zaken liepen.’

‘Na een jaar of zeven bij Defensie, ik was inmiddels rond de 33 jaar, kreeg ik het gevoel dat ik wat anders moest gaan doen. Weer redelijk toevallig kwam ik bij NCW terecht. Hier moest ik helemaal onderaan de ladder beginnen, hoewel ik bij Defensie inmiddels een leidinggevende functie had. Ik groeide er vrij snel door, werd na vier jaar directeur sociale zaken en zes jaar later werd ik algemeen directeur van de inmiddels gefuseerde organisatie VNO-NCW. Dat heb ik zo’n zeventien jaar gedaan, tot 2016. Het was een baan die mij op het lijf geschreven was. Er zijn genoeg dingen die ik niet kan, maar een van mijn belangrijkste capaciteiten is dat ik in korte tijd goed kan vertellen hoe iets in elkaar zit, wat er aan de hand is en hoe ik er tegenaan kijk. Daarbij ben ik iemand die van nature altijd een beetje de middenweg zoekt en overtuigd ben van leven en laten leven. Als je een deal sluit met mensen, moet iedereen een beetje happy zijn met de uitkomst en moet je jezelf een beetje kunnen wegcijferen. En je moet ook compromissen kunnen sluiten. Deze vaardigheden kon ik allemaal goed kwijt bij VNO-NCW.’

Zoals eerder benoemd, staat Van Kesteren al jarenlang in de top van meest invloedrijke Nederlanders, een lijst die jaarlijks wordt opgemaakt door de Volkskrant. ‘Op een gegeven moment heb je de naam dat je invloed hebt. Aangezien VNO-NCW een lobbyorganisatie is, was het ook belangrijk om die invloed te hebben. Als directeur was ik bij zo’n beetje elk dossier betrokken. Bovendien sprak ik veel journalisten, en bijvoorbeeld een paar keer per jaar met premier Mark Rutte.'

'Dat laatste moet je met veel terughoudendheid doen, die man ga je natuurlijk niet benaderen met allemaal onzin. Dat werkt volstrekt averechts. In alle contacten stond het algemeen belang bij mij altijd voorop, ik was nooit bezig met een eigen BV. Veel mensen kenden en kennen mij ook niet, en dat wil ik graag zo houden, haha.’

Naast zijn rijke werkzame leven, dat Van Kesteren over de hele wereld bracht, bleef hij zijn geboortegrond altijd trouw. ‘Ik vind Katwijk een leuke plaats en voel me hier thuis. Bovendien ligt het logistiek gunstig, met de vier grote steden allemaal relatief dichtbij, en het is een gemêleerde plaats waar je allerlei mensen tegenkomt. Katwijkers zijn hardwerkend, degelijk, betrouwbaar, vrij direct en ze hebben het hart op de goede plek. Over het algemeen zijn ze ook best conservatief en erg honkvast. Of ik zelf een echte Katwijker ben? Poeh… Ik voel me zeker verbonden met Katwijk, maar ben niet zo direct en conservatief. Misschien ben ik dus geen 100 procent representant.'

Binnen de Katwijkse gemeentegrenzen speelt voetbal al decennialang een belangrijke rol. Zo ook in de familie Van Kesteren. ‘Mijn vader Kees is bijna vijftig jaar voorzitter geweest van KRV, de voorloper van FC Rijnvogels (opgericht in 2004). Hij overleed in 2000 ‘in het harnas', waarna ik gevraagd werd zijn rol over te nemen. Ik had tot mijn 27ste bij KRV gevoetbald en bleef daarna

'Ik kan het straks allemaal makkelijk missen en ben er vrij laconiek onder. Op een gegeven moment is het voorbij.'

wel betrokken, bijvoorbeeld rondom de sponsoring. Zeker gezien mijn drukke werk heb ik er wel even over moeten nadenken of ik de taak van mijn vader wilde overnemen. Maar uiteindelijk heb ik het gedaan. Ik ben opgevoed met het idee dat je verantwoordelijkheden niet uit de weg moet gaan, en dit was iets dat op mijn pad kwam.'

‘Bij KRV en later FC Rijnvogels, waar ik tot 2014 voorzitter bleef, heb ik een hele mooie tijd gehad. Aan het begin van mijn voorzitterschap waren we een klein clubje, maar in de jaren die volgden zijn we doorgegroeid tot aan het hoogste niveau. Een competitiewedstrijd tegen Quick Boys op ons sportpark De Kooltuin, met drieduizend man op de tribunes en noodtribunes die bijgebouwd moesten worden, was wel een absoluut hoogtepunt.'

'Voor mij was die wedstrijd ook een van de redenen om vlak daarna te stoppen. Ik vind dat je altijd ergens weg moet gaan als mensen het nog een beetje jammer vinden. Veel mensen verstaan die kunst niet, omdat ze verslaafd zijn aan status of geld. Dat heb ik nooit gehad.’

Pas op zijn 62ste zette Van Kesteren als Eerste Kamerlid zijn eerste stappen in de politiek, hoewel hij al sinds 1984 lid is van het CDA en op lokaal niveau bestuurlijk actief was. Tweemaal eerder kreeg hij de kans de politieke stap te maken. ‘Voor het eerste kabinet Balkenende, in 2002, ben ik benaderd om minister van Sociale Zaken te worden, en vijf jaar later voor dezelfde functie op Economische Zaken. Ik vond en voelde mijzelf echter geen politicus. Bovendien boeide de politieke wereld mij niet genoeg om helemaal in op te gaan. Ik weet nog dat oud-premier Ruud Lubbers mij vermanend aansprak en zei dat je dit altijd moet doen als het je gevraagd wordt… Maar je hebt natuurlijk een eigen keuze. Mijn huidige rol is wat dat betreft veel afstandelijker, ik zie het niet als een politieke functie. Als Eerste Kamer moeten wij mijns inziens zeer terughoudend zijn, de Tweede Kamer heeft immers het politieke primaat en is rechtstreeks verkozen.’

Hij mag de pensioengerechtigde leeftijd dan al wel bereikt hebben, maar stilzitten is er voor Van Kesteren nog niet bij. Naast zijn politieke werk vervult hij nog diverse nevenfuncties. Zo is hij adviseur bij de Katwijkse rederij Parlevliet en Van der Plas en heeft hij zitting in de Raad van Commissarissen van de KNVB.

Daar heeft Van Kesteren nog wel een mooie anekdote over. ‘Ik ben niet iemand die zo nodig naar allerlei recepties hoeft, dus was ik vaak op tijd thuis vanuit mijn werk. Ook bij FC Rijnvogels bleef ik meestal niet langer dan tot vlak na de wedstrijd van het eerste elftal. Vanuit mijn rol bij de KNVB kan ik naar elke wedstrijd van het Nederlands Elftal, maar dat doe ik nooit. Ik hoef geen oranje stropdas om en kijk wel op tv. Veel mensen vinden dat achterlijk, maar ik heb er geen zin in. Ik houd niet zo van die diners en recepties.'

‘In Den Haag heb ik met velen gewerkt die het beste met de mensen voor hebben, maar nooit buiten hun eigen bubbel komen. Ze wonen in goede wijken en begrijpen bijvoorbeeld niet waarom kiezers op de PVV stemmen. Ik ga juist altijd met hen in gesprek en snap heel goed dat mensen boos zijn als ze geen woning voor hun kinderen kunnen vinden en asielzoekers wél onderdak krijgen. Al moet gezegd dat de meeste van deze mensen die zo mopperen wel twee keer per jaar op vakantie kunnen, bij ziekte komen hun ouders in een verzorgingstehuis en hun kinderen gaan naar school… er zijn weinig andere landen waar je het beter hebt dan in Nederland. Als ik dat vertel, geven ze me vaak wel gelijk. Maar het is hoe dan ook leuk om er met mensen over te praten en van gedachten te wisselen.'

Hoewel Van Kesteren nog volop actief is, zal dat niet al te lang meer duren. ‘Je moet heel scherp zijn op je eigen houdbaarheid en uitkijken dat je het gevoel met de tijd niet verliest. Zelf heb ik het idee dat ik rond mijn zeventigste dat punt wel bereik. Als mijn vrouw en ik gezond blijven, gaan we dan veel wandelen en kunst en cultuur bezoeken. Misschien ga ik nog wat doen in de journalistiek. Maar ik maak me er geen zorgen om, ik kan heel goed niets doen. Ja, ik kan het straks allemaal makkelijk missen en ben er vrij laconiek onder. Op een gegeven moment is het voorbij.'

Van Kesteren bij zijn afscheid als directeur VNO-NCW met premier Rutte en zijn vrouw Hanneke. | Foto: pr
Van Kesteren als senator in de Eerste Kamer. | Foto: Adrie van Duijvenvoorde