Prof. dr. Lia van Zuylen tijdens haar rede. | Foto: P. van Gelderen | Creative Desk
Prof. dr. Lia van Zuylen tijdens haar rede. | Foto: P. van Gelderen | Creative Desk Foto: Pamela van Gelderen | Creative Desk

Inaugurele rede Prof. dr. Lia van Zuylen

‘Goede palliatieve zorg eindigt niet bij de dood’

Haar ouders overleden allebei aan kanker, net als de meeste van haar patiënten. Als geen ander weet internist-oncoloog Lia van Zuylen dat goede zorg alleen mogelijk is als de oncologische zorg en de palliatieve zorg met elkaar zijn verweven vanaf het moment dat duidelijk is dat de ziekte zal leiden tot overlijden.

Door Carin van der Spijk-Kralt

Donderdag 17 december jl. sprak prof. dr. Lia van Zuylen, werkzaam als internist-oncoloog bij Amsterdam UMC haar inaugurele rede uit. Zij is hoogleraar Kuria Leerstoel Klinische Palliatieve Zorg, gericht op de oncologische patiënt.

Haar onderzoek is er onder andere op gericht om meer te weten te komen over de laatste levensfase van mensen met ongeneeslijke kanker: het proces van sterven. Haar rede kreeg de titel ‘Oncologische en palliatieve zorg bij ongeneeslijke kanker: SAMEN ÉÉN’.



Patiënten

Als jong kind wist Lia al dat ze dokter wilde worden.


Ze vertelt hierover: ‘Vanaf het moment dat ik op mijn 12e ontdekte dat je als vrouw ook dokter kon worden, wilde ik dokter worden. Na mijn studie geneeskunde in Leiden kreeg ik mijn eerste baan op een afdeling interne geneeskunde in ziekenhuis Rijnstate in Arnhem. Daar ontdekte ik dat ik niet kinderarts moest worden, wat ik tot dan dacht, maar dat ik internist wilde worden. Ik vond en vind het directe contact en overleg met de patiënt over wat deze wil het fijnste van mijn vak. De naasten daarbij betrekken vond ik als jonge dokter lastig, nu kan ik me geen gesprek meer voorstellen zonder de naasten er direct bij te betrekken. Binnen de interne geneeskunde kwam ik in Erasmus MC in Rotterdam echt goed op mijn plek toen ik de vervolgopleiding tot internist-oncoloog ging doen. De kern van dat vak is dat patiënt, naasten en arts samen tot de beslissing komen wat de beste behandeling of zorg voor deze patiënt is. Ik raakte betrokken bij het doen van wetenschappelijk onderzoek en promoveerde op onderzoek naar experimentele behandelingen van kanker. Als stafarts in Erasmus MC legde ik me toe op de ontwikkeling van en onderzoek rond palliatieve zorg en meer in het bijzonder de zorg in de stervensfase. In mijn huidige functie in Amsterdam UMC verbreed ik mijn onderzoeksterrein weer naar de hele palliatieve zorg en wil me toeleggen op het beter begrijpen van het ontstaan van symptomen en het sterfproces’.



Ervaring

Deze rede droeg Van Zuylen op aan haar ouders: ‘Mijn moeder leerde mij dat het leven eindig is; mijn vader liet me ervaren hoeveel waarde het leven heeft tot het einde’.


Lia van Zuylen in haar rede: ‘Goede palliatieve zorg eindigt niet bij de dood. De aandacht voor de naasten, die vanaf dan nabestaanden zijn, is een onlosmakelijk onderdeel van de palliatieve zorg.

Het ondersteunt hen hun weg te hernemen, ondanks het gemis. Hoe moeilijk dit ook is, het is belangrijk om over het levenseinde na te denken én hierover met elkaar te spreken.

Het is van groot belang dit proces niet uit te stellen tot kort voor de dood. Ik zie het als een taak van artsen om dit proces op tijd bespreekbaar te maken’.



Als 12 jarig kind wist Lia al dat zij arts wilde worden


Belangrijk is, zo meent Van Zuylen, dat artsen en verpleegkundigen naar elkaar luisteren en elkaar versterken om zo het juiste te doen voor patiënt en de naasten. Niet alleen in het ziekenhuis, maar ook in verpleeghuizen en hospices. Ook pleit de hoogleraar ervoor dat palliatieve zorg een vaste plek moet krijgen in alle zorgopleidingen.



Het leven gaat door

Lia heeft nooit vergeten hoe belangrijk het voor haar vader is geweest dat de internist-oncoloog die zijn vrouw en haar moeder had behandeld, hem na haar overlijden uitnodigde voor een gesprek. Toen heeft Lia al ingezien dat goede palliatieve zorg niet eindigt bij de dood.


Lia: ‘De aandacht voor de naasten, die vanaf dan nabestaanden zijn, is een onlosmakelijk onderdeel van de palliatieve zorg. Dat het leven doorgaat, leerde mijn moeder mij al voordat zij ziek werd.


Zij overleed op 49-jarige leeftijd aan borstkanker. Haar ziekte en overlijden hebben me gevormd als mens en als dokter. Van mijn moeder heb ik de eerste lessen geleerd die aan de basis staan van mijn werk en deze rede. Voor haar was de tijd die ze kreeg door de behandeling van haar ziekte belangrijk. Zij heeft daardoor nog geweten dat ik dokter zou worden. Ik besef daarom als internist-oncoloog heel goed dat het ertoe doet als een behandeling kans geeft op een langer leven, al is het maar voor enkele maanden.

Anderzijds kreeg ik van mijn moeder het besef mee dat onze levensduur relatief is en dat onze eindigheid een gegeven is. Dat onderkennen hoort ook bij de taak van de internist-oncoloog. Palliatieve zorg ondersteunt de arts om het handelen nadrukkelijker af te stemmen op het naderende levenseinde. Mijn moeder overleed thuis, met ons om zich heen. Wij wisten dat het niet anders meer kon zijn.’




De oratie van Prof. Dr. Lia van Zuylen is te zien via:

https://www.academischelivestreams.nl/liavanzuylen/