Regels

Als we ergens niet van houden zijn het regels. Ik weet zeker dat het niet alleen in Rijnsburg geldt, al staat hier vrijheid en ‘zelf doen’ wel erg hoog in het vaandel. Wij weten zelf wel wat goed voor ons is. Willen we ergens bij horen of samen iets doen, moeten we ons aan de regels houden. Anders moet je de beslissing nemen dat het niets voor jou is. Binnen een gezin is het hebben van regels niet anders. Het is niet makkelijk om regels te accepteren, die ‘afwijken’ van een ander gezin. Of is het net andersom? Dat neemt niet weg dat die regels vaak voortkomen uit liefde, al zien we dat in eerste instantie niet zo. Dat geldt vooral ook In deze ‘pandemie-tijd’. We hebben bijna met niets anders te maken. Waarom moeten winkels dicht en de horeca, waarom zijn er geen colleges en waarom dat verschrikkelijke mondkapje. Het is verschrikkelijk om die regels in te stellen, daar ben ik al helemaal niet jaloers op, maar ook om ze uit te voeren. En ik zie de jeugd al denken en waarom die extreem lange avondklok. Waar is dat goed voor?


Ik bewaar enorm goede herinneringen aan mijn grootouders. Oma was flexibel en had een warme schoot, waar je soms gelijktijdig met drie kleinkinderen op terecht kon en opa was van de regeltjes, lief, streng en rechtvaardig. Je had het hart niet dat je in zijn prachtig zelf onderhouden tuin, buiten de paadjes liep, ook al kon je vanaf die andere plek beter de vissen in de vijver zien. Als je logeerde was het zes uur eten en acht uur naar bed. Als je met het speelgoed had gespeeld was het opruimen, voordat je iets anders ging doen. Het gekke was, iedereen wist dat en iedereen accepteerde dat. Als je een tijd afsprak, was je er. Was het een boeman, nee echt niet. Maar regels zijn regels, wat is daar moeilijk aan. Toen zijn beide dochters al lang de vijfenzestig waren gepasseerd en ze enkele dagen in de week hun ouders verzorgden, meldde mijn tante dat ze even haar vriendin ging feliciteren die aan de overkant woonde en ze met het eten weer terug zou zijn. Mijn opa, die zijn dochter door en door kende begon al onrustig te worden tegen etenstijd. Natuurlijk ‘vergat’ die ‘bliksemse meid’ haar tijd weer. Toen het vijf minuten na etenstijd was trok hij zijn schoenen en jas aan, pakte zijn wandelstok en liep naar de overkant. En of oma al zei: ‘Vader wacht nou toch even, we hebben toch alle tijd,’ kwam hij even later met zijn dochter terug. We liggen nog altijd blauw als dit verhaal wordt verteld. De verbijstering van mijn tante toen haar vader voor de deur stond en alleen zei: nou hoe denk je erover? En zij die niets anders deed, dan meegaan.


Laten we daar de laatste weken van deze pandemie maar aan denken. Regels zijn niet altijd makkelijk, maar wel heel vaak doorspekt met liefde.