Bezwaar over lichtmasten Valken ´68

Plaatsing n van lichtmasten met toebehoren rondom het hoofdveld van de voetbalvereniging Valken ’68 op sportpark ‘t Duyfrak in Valkenburg treft enig ongenoegen van enkele omwonenden. Zij vrezen hinder en verminderde veiligheid.


Door Nico Kuyt


Valken '68, waar het genot van het voetballen boven het scoren gaat, is in 1968 opgericht na het opheffen van Valken Boys. Na eerst aan de Zonneveldslaan in de kleuren rood en geel de bal te hebben getrapt, werd sinds 1974 in het sportpark 't Duyfrak de voetbalschoen beproefd. De overdekte tribune is nu helaas leeg in deze tijden van corona, maar de club wenst te blijven voetballen, ook in donkere tijden. Daarom deed de vereniging een aanvraag voor nieuwe lichtmasten rond het hoofdveld. Dat vond het college van burgemeester en wethouders prima, dus dat doelpunt had de club gelijk al binnen, echter, er werd bezwaar aangetekend. De Bezwaarcommissie, als scheidsrechter in juridische aangelegenheden, moest er aan te pas komen. Zij hield vorige week een hoorzitting over het bestreden doelpunt.


Vergunning is op foute gronden verleend

De gebruikelijke bezwaren werden tijdens de zitting opgesomd, waaronder lichthinder. Maar er ligt ook nog een gasleiding onder een hoek van het veld. De veiligheid is in het geding, zo klonk de vrees door de raadzaal, waar de zitting gehouden werd. En dat is niet volgens de spelregels, want mocht er een mast omkiepen, zou het fundament de leiding kunnen knappen met alle gevolgen van dien.

Het college heeft ook op foute gronden de vergunning verleend, meende de raadsheer, want een afwijking van het bestemmingsplan is onterecht toegestaan.


Lux en lumen

Maar volgens de gemeente zijn alle spelregels juist toegepast en kan de club het licht aansteken. Er is overleg geweest met de Gasunie en op zijn advies zijn de masten in de buurt van de leiding op een veilige plaats gepositioneerd.

Een woordvoerder van de club meldde nog even, dat de vereniging nooit zijn leden aan gevaar gaat blootstellen. Aan alle eisen wordt voldaan. En ook een deskundige in lichthinder kon melden, dat het schijnsel op de gevel ver onder de norm blijft. Zijn diepgravend vertoog over lux, lumen en candela oversteeg ietwat het kennisniveau van de toehoorders. Het klonk in ieder geval aardig, maar de berekening ertoe bleef iets in de onkunde van de aanwezigen rusten. Evenwel zou er voldaan zijn aan de daartoe bepaalde normen. Of de arbitragecommissie tijdens de hoorzitting voldoende licht heeft gekregen om een helder en klaar advies aan het college te geven hoe te besluiten op het bezwaar, of toch nog hopeloos in het duister tast, dat zal binnenkort blijken.