Katwijker Teunis van der Zwart behoort tot de allerbeste bespelers van de natuurhoorn | Foto: Tineke Leering
Katwijker Teunis van der Zwart behoort tot de allerbeste bespelers van de natuurhoorn | Foto: Tineke Leering Foto: Tineke Leering

Hoornspeler Teunis van der Zwart

‘Ik ben er trots op dat ik de natuurhoorn weer echt op hoog niveau heb laten klinken’

Over de hele wereld trad hij in de afgelopen decennia op met beroemde musici en orkesten, en hij behoort tot de allerbeste bespelers van de natuurhoorn. Maar in de jaren zeventig startte het muzikale avontuur in Katwijk, bij de Harmonie. Voor Katwijker Teunis van der Zwart (56) het begin van een zeer succesvolle, internationale carrière, die hem bijna overal bracht. ‘Dat was een ontzettend opwindende tijd.’


Door Lennart van der Plas

Voor we in ons digitale gesprek over zijn loopbaan in de muziek spreken, gaan we eerst terug naar het prille begin. Van der Zwart, in 1964 geboren in de Rijnstraat, groeit op in Katwijk aan den Rijn.

Na zijn lagere school, de Willem van Veenschool, kwam hij terecht op de havo van het Pieter Groen College, destijds gevestigd in noodgebouwen in de wijk Cleijn Duin.


‘Ik kan me dat nog goed herinneren: het was er veel te klein, er stonden files op de gangen tussen de lessen en het tochtte aan alle kanten. Maar het was er ontzettend leuk. In Katwijk gebeurde alles altijd een beetje later, dus de zestiger jaren kwamen hier pas los toen ik naar de middelbare school ging. We hadden bijvoorbeeld een leerlingenparlement, veel feesten en docenten die daar gezellig in meededen.’


Voetballen

Ook buiten school is Van der Zwart in die jaren actief. ‘Ik heb gevoetbald bij KRV (nu FC Rijnvogels). Een kleine, bescheiden club, maar met de nodige gezelligheid en plezier. En wat ik al jong deed, en nog steeds doe, is naar buiten gaan. De natuur in. Dat kon en kan in Katwijk natuurlijk prima, dus was ik vaak te vinden in de duinen en op het strand. Dan ging ik bijvoorbeeld vogels kijken en uilennesten zoeken. Soms met vriendjes, maar ook vaak alleen.’


Mooie klanken

Al op jonge leeftijd begint daarnaast muziek een rol te spelen in het leven van Van der Zwart. ‘Met mijn ouders, broer Peter en broertje Adri groeide ik op in de Kerkstraat, schuin tegenover het parochiehuis naast de Rooms-Katholieke Johannes de Doperkerk. Daar repeteerde elke donderdagavond de Harmonie Katwijk. Ik hoorde dat, vond de klanken mooi en ben als negenjarige lid geworden. Dat begon spelenderwijs, maar na enige tijd kwam er een nieuwe dirigent: Maarten Verhoef. Voor mij heeft hij een heel belangrijke rol gespeeld. Hij herkende iets in mij en moedigde me aan om serieus werk te maken van het hoorn spelen. Zelf had Verhoef ook hoorn gestudeerd. In de jaren daarna bleef hij mij steunen en gaf hij mij vele uren gratis les. Ook zijn zoon Dick kwam in de Harmonie spelen, wat mij enorm stimuleerde om verder te gaan.’

In een andere wereld

Op zijn zeventiende rondt Van der Zwart de middelbare school af en besluit hij, mede door aanmoediging van Maarten Verhoef, auditie te doen bij het Koninklijk Conservatorium Den Haag om hoorn te gaan studeren.


‘Tot mijn verrassing werd ik daar aangenomen. Ik kwam in een totaal andere wereld terecht: klassieke muziek had ik nog nooit echt gehoord, een symfonie was nieuw voor mij en ik zag voor het eerst een viool van dichtbij. Groen als gras en verbaasd dat dit mijn wereld ging worden. Maar de docenten herkenden mijn talent voor het instrument. Voor het bespelen van een hoorn heb je goede lippen en een goede blaastechniek nodig. Het was fantastisch om dat talent verder te kunnen ontdekken op het conservatorium.’


Spelen en studie

Na vijf jaar op het conservatorium van Den Haag, waar Van der Zwart ook drie jaar woont, besluit hij zijn master te gaan doen in Maastricht.


‘Ik hoorde veel goede verhalen over de opleiding aldaar. Het was ook de tijd dat ik steeds meer begon te spelen naast mijn studie. Eerst in het Nationaal Jeugdorkest, later ook in andere gezelschappen. Dat is ook het leuke van muziek, je kunt dan wat schnabbels gaan doen. Je wordt dan eens hier uitgenodigd, dan weer daar. Langzamerhand groeit dat.


Toen ik na twee jaar afstudeerde, kon ik doorgaan met waar ik al mee bezig was. In die eerste jaren na je studie speel je zoveel mogelijk, in allerlei clubs. Maar na een paar jaar had ik daar wel genoeg van en koos ik voor wat ik het allerleukste vond: oude muziek spelen op oude instrumenten.’


Het roer om

Een reizend bestaan over de wereld volgt. ‘Jarenlang was ik de helft van het jaar over de hele wereld te vinden: in Europa, Amerika, Australië, Nieuw-Zeeland, Azië. Eigenlijk alleen Afrika niet. Een ontzettend opwindende tijd en heel internationaal. In 1990 werd ik daarnaast lid van het Orkest van de Achttiende Eeuw en later ook van het Freiburger Barock Orchester. Dat was echt een fantastische tijd met geweldige mensen.’


Een jaar of zeven geleden ging het roer om voor Van der Zwart.

‘Ik merkte aan mezelf dat ik steeds meer opzag tegen het reizen. En naarmate je ouder wordt, wordt het ook minder opwindend. Het lijkt een geweldig bestaan, maar het is ook hard werken en je bent veel te vinden op vliegvelden. En als ik ergens een hekel aan heb, dan zijn het wel die vliegvelden. Ik ben dan ook veel meer in Nederland gaan werken.


Vanuit een deeltijdbaan bij het Conservatorium van Amsterdam kon ik doorgroeien naar hoofd van de oude muziekafdeling. Sinds 1 januari ben ik in dezelfde functie overgestapt naar Den Haag, dat een heel grote en roemruchte afdeling heeft die al vijftig jaar bestaat. Een hele mooie baan en zeer toffe plek om te mogen werken, in een tak van sport die mij nauw aan het hart ligt.


Ja, terug op het oude nest, en dat is heel fijn. Het voelt echt als een grote eer om een steentje bij te mogen dragen aan zo’n afdeling, waar veel talent rondloopt en goed wordt nagedacht over de toekomst van de muziek. Ik zie mijzelf dit de komende jaren dan ook nog wel doen.’


Zorgen over cultuur

Hoewel de coronatijd op hemzelf weinig invloed heeft (‘Ik heb fantastisch carrière kunnen maken en heb niks te klagen’), maakt Van der Zwart zich wel grote zorgen over de toekomst van de cultuursector in Nederland.


‘De waarde van cultuur wordt onvoldoende herkend. Hoe veel mensen gaan er niet minimaal één keer per jaar naar een concertgebouw of de schouwburg? Al die centra staan momenteel op omvallen. Natuurlijk, er is steun vanuit de overheid, maar voor de culturele sector is dit beperkt. Dit terwijl er wel vele mensen in actief zijn: de medewerkers van de cultuurcentra, maar vooral ook de mensen achter de schermen, zoals technici of kaartverkopers. Muziek komt niet uit de lucht vallen, er zitten allerlei mensen achter. Het zou goed zijn als hier meer erkenning voor komt.’


Prima thuis werken

Zelf werkt Van der Zwart sinds maart vooral vanuit huis.

‘Na mijn overstap naar Den Haag, besloot ik mijn huis in het Friese Munnekeburen in de verkoop te zetten. Maar inmiddels ga ik er niet meer vanuit dat ik straks, na de coronacrisis, de hele week in Den Haag zal vertoeven. Mijn huis heb ik dan ook weer uit de verkoop gehaald. Net als veel anderen heb ik ontdekt hoe goed je vanuit huis kunt werken. Tal van afspraken kunnen prima online, zoals het gesprek dat wij nu hebben. Daarnaast zijn de concerten die ik voor de afgelopen maanden in de planning had, zo’n 1 á 2 per maand, allemaal geannuleerd. Dat was voor mij het laatste zetje om te bedenken dat ik geen verre reizen meer wil maken. Het is tijd voor jongere collega’s. Ik wil me gaan concentreren op mijn nieuwe baan en het leven zelf, hier in het mooie Nederland.’


Graag in Katwijk

Daarbij zal ook Katwijk regelmatig worden aangedaan.

‘Mijn beide ouders leven nog en wonen in een aanleunwoning in Salem. Maar sowieso ben ik graag in Katwijk. Het is leuk om te zien hoe de gemeente groter en moderner is geworden, maar nog altijd iets heeft van de eigenheid van vroeger.


Wel ben ik blij dat ik in Katwijk aan den Rijn ben opgegroeid, als ik eerlijk ben. Dat is toch wat losser dan Katwijk aan Zee. Maar ook daar kom ik graag, voor een rondje hardlopen op het strand, een stukje zwemmen of een visje bij Vis & Zo op het Andreasplein.


'Het is tijd voor jongere collega's'


Ik denk er wel eens over na om in Katwijk een klein huisje te huren, voor als ik weer in Den Haag moet zijn. Ja, dan zou de cirkel helemaal rond zijn.’


Het meest trots op

Tot slot de vraag aan Van der Zwart waar hij, na zijn glansrijke carrière, het meest trots op is. ‘Dat is zonder twijfel mijn zoon Youri (30). Hij is computer security expert, dus eigenlijk hacker. Youri is een bèta, maar ook buitengewoon sociaal en een heel goede projectleider. Ik heb ontzettend veel van hem geleerd.

En ik ben er trots op dat ik er als een van de eersten aan heb mogen bijdragen om de natuurhoorn weer echt op hoog niveau te laten klinken, na veel leren, investeren, doen, ontdekken, uitvinden, onderzoeken en uitproberen.'

Teunis begon zijn muzikale avontuur als 9-jarige bij Harmonie Katwijk. | Foto: pr