Commentaar

Vroeger vond ik het prachtig, de stemmen van radio Veronica, eerst als ik ziek van school thuis was en mijn moeder tijd voor mij alleen had, als de jongste kinderen een slaapje deden en de rest naar school was. 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9…. Tineke!


En later in de bouw met Joost de Draayer, als er over de bouw schalde: RADIO VERONICA KOMT NAAR JE TOE DEZE ZOMER!! Ik had veel meer met de luide kopstem die aankondigde waar de Veronica Drive In Show dit weekend neertreek, dan met de stemmen van de radio en tv. Zowel op Hilversum 1 en 2 als Nederland 1 en Nederland 2 ging het er heel anders aan toe. Rustige en bedaarde, vooral mannen, dachten goed na, spraken langzaam en luisterden naar elkaar.


Maar ik ben veranderd, ik word narrig van dat geschreeuw, een bijkomstigheid van het klimmen der jaren. Ik heb een groeiende hekel aan duiders, die zodra ze de kans krijgen, veranderen in een spraakwaterval, wiens grootse angst is dat ze onderbroken worden en daarom maar doorratelen.

Ik zag in de race om het presidentschap van de Verenigde Staten van Amerika, verantwoordelijk voor het compleet te gronde richten van mijn dag-nachtritme, een dame die drie minuten vol ratelde en als enig nieuwsfeitje had dat er weer een stapel van ongeveer 3,000 stemmen in aantocht was in Pennsylvania.


En als we het toch over commentatoren hebben, met name commentatoren van voetbalwedstrijden, merk ik op dat deze lieden steeds meer in termen van, in mijn ogen overdreven, goed- of afkeuring spreken. Iets moet of opgehemeld worden of afgekraakt, waarbij het afkraken veruit in de meerderheid is.


Maar er ontstaan dan weer wel vermakelijke situaties bij, zoals afgelopen week bij een voetbalwedstrijd waar de commentator eerst met overstaande stem roept wat een ‘fantastische kopbal,’ er dan een fractie van een seconde later achter komt dat dit bijvoeglijk naamwoord niet past bij deze kopbal, die recht op de keeper af gaat, en er in dezelfde fractie ‘maar niet heus’ aan toevoegt.


Mensen luisteren naar de radio, kijken televisie en doen deze rolmodellen na; iets om over na te denken.


Johan Hamert