College: geen verbod op thuiskappers

Gemeente Katwijk gaat geen beleid voeren tegen kappers aan huis. Dat antwoordt het college van burgemeester en wethouders op vragen van de overkoepelende organisatie voor de kappersbranche ANKO. Die vindt dat de gemeente in haar bestemmingsplannen te veel mogelijkheden biedt voor thuiskappers, waardoor kappers die als winkelbedrijf zijn gevestigd veel concurrentie ondervinden.


De gemeente erkent dat sommige beleidsbepalingen niet in belang zijn van anderen, maar stelt dat de bestemmingsplannen voldoen aan de wettelijke regels en normen. Bovendien wordt bij het opstellen van het beleid en de bestemmingsplannen het algemeen belang afgewogen ten opzichte van het individueel belang.

‘Als overheid zien wij steeds meer de tendens dat kleine ondernemers een bedrijf aan huis starten. Door in ons beleid en bestemmingsplannen ruimte te geven aan deze vorm van ondernemerschap, geven wij gehoor aan deze maatschappelijke ontwikkeling. Aangezien er veel verschillende soorten ondernemers van huis uit werken, zijn de regels relatief ruim opgezet.’


'Dat is meten met twee maten'

Dat de regelgeving niet in het belang is van Katwijkse kappers in winkelpanden is volgens de gemeente ‘mogelijk’, maar is voor het college geen reden om die aan te passen.

Oneerlijk

Kapper Edwin Minnee is op de hoogte van het verzoek van de ANKO en is het daarmee eens.


‘Het voelt oneerlijk. Ik moet in mijn winkel aan allerlei arbo-voorwaarden voldoen. Die kosten veel geld. In deze coronatijd heb ik bijvoorbeeld geïnvesteerd in nog betere luchtkwaliteit.' Daar hebben kappers aan huis volgens hem allemaal niet mee te maken. Die worden ook niet gecontroleerd op de arbo-regelgeving. ‘Dat is meten met twee maten', vindt Minnee.