Duindoornbessen
Duindoornbessen Foto: Gerrit van Ommering

Duinfruit

De herfst is een periode van steeds kortere dagen, regen, grijze luchten, stormen, verkoudheid en griep. Daar komt nu ook nog eens het corona-virus overheen. Is er dan niets positiefs te melden?


Natuurlijk wel, want zoals altijd biedt de natuur troost. De herfst is namelijk ook de tijd van paddestoelen, prachtige herfstkleuren, vogeltrek en bessen. Die laatste twee hebben veel met elkaar te maken.


Vogels en bessen

De miljoenen trekvogels die in de herfst over een breed front vanuit het noorden/oosten van Europa ons land bereiken, blijven op hun weg naar het zuid(west)en graag de kustlijn van Noord- en Zuid-Holland volgen. Dit verschijnsel heet ‘stuwing’ en maakt dat onze kuststrook een echte snelweg voor trekvogels wordt. Maar er moet wel regelmatig ‘bijgetankt’ worden.


De trekvogels die op weg naar het zuiden lange trajecten over zee vliegen zijn blij als ze land zien en kunnen soms massaal aankomen en invallen. Zo kwamen vorige week aan onze kust letterlijk honderdduizenden Koperwieken aan. Allemaal met een gezonde eetlust!

Voor al die trekvogels treft het dat die kust momenteel een gedekte tafel is. Het zijn nu vooral de grote groepen Spreeuwen en lijsters (naast de Koperwieken ook Merels, Zanglijsters en Kramsvogels) die opvallen op de besdragende struiken. Maar ook veel kleine insecteneters, zoals de Zwartkop en de Tuinfluiter, eten in het najaar graag bessen.


Giftig en smakelijk

Vogels lusten vrijwel alle soorten bessen, ook bessen die voor mensen giftig zijn (en dat zijn er veel!). Van de bessen, die meestal heel naar binnen gaan, wordt alleen het vruchtvlees verteerd, terwijl het zaad onbeschadigd blijft. Omdat vogels een snelle spijsvertering hebben, worden de zaden die op de ene plek zijn opgegeten even verder weer uitgepoept, waardoor ze over de trekroute verspreid worden.


Kip en ei

Het is geen toeval dat er langs de kust zoveel besdragende planten groeien, en dat het overgrote deel van de bessen rijp is in de trektijd van de vogels. Hebben de vogels er voor gezorgd dat er zoveel besdragers zijn, of is het andersom? Het is geen van beide, want hier is sprake van co-evolutie: een proces waarbij soorten zich voortdurend aan elkaar aanpassen, waarbij er een soort samenwerkingsverband ontstaat.


Dit was aflevering 70 van deze column. De eerste 52 afleveringen zijn onlangs gebundeld in het boek Berichten uit Berkheide, verkrijgbaar bij boekhandels in Katwijk, Wassenaar, Voorschoten en elders in de regio.


Gerrit van Ommering en Gijsbert van der Bent


Duindoornbessen. | Foto: Gerrit van Ommering.