Cees Baalbergen. | Foto: Ted Denies
Cees Baalbergen. | Foto: Ted Denies Foto: Ted Denies

Cees Baalbergen heeft één doel:

'Het mag nooit saai worden'

Mensen vroegen me: wat ga je in vredesnaam doen op dat weiland?' Cees Baalbergen (82), voormalig eigenaar van de meubelzaak Baalbergen in 't Heen en initiator van de exposities die er sinds 1971 plaatsvinden. Over de drang om te vernieuwen, de gekte van een kunstenaar en de waarde van vriendschap. 'Heel soms kom je iemand tegen die je zonder woorden begrijpt. Joop van Egmond was zo iemand.'

Voor iemand die zichzelf 'geen echte kenner' noemt, heeft Cees Baalbergen verdraaid veel verstand van kunst. Ruim een kwart eeuw verzamelde hij het werk van kunstenaars die hij bewonderde. Het resultaat is een schat aan kunstwerken, die zijn brede smaak en drang naar het nieuwe weergeven.

Als Baalbergen door zijn huis loopt, dat wel iets weg heeft van een museum, schudt hij de ene na de andere anekdote uit zijn mouw

over de talloze schilderijen, sculpturen, wandtapijten, tekeningen en prenten.

Maar noem hem geen kenner. 'Nee, nee, nee', zegt hij, terwijl hij een wegwuivend gebaar maakt. 'Ik ben een liefhebber, meer niet.' Aan de muren hangen schilderijen van kleurrijke landschappen. Baalbergen houdt van het spel van licht en schaduw, helder en donker. Hij wijst naar het raam, waardoor de duinen te zien zijn. 'Moet je kijken', zegt hij. De rode gloed van de ondergaande zon levert een fraai schouwspel op. Hij schuift naar het puntje van zijn stoel, zijn blik naar buiten gericht. Dit is wat hij het liefste doet. Kijken. Waarnemen. Genieten.

Het is een manier van kijken naar de wereld, zegt hij even later. 'Kunst verhoogt je gevoel voor schoonheid.'

Toch heeft hij nooit de behoefte gehad om zelf kunst te maken. Hij schudt het hoofd. 'Nee, dat is niet voor mij weggelegd. Ik heb er het talent niet voor. Kunstenaars zijn bijzondere mensen. Ze kijken anders naar de wereld, zien dingen die wij niet zien. Ik kan dat niet, en ik zal het ook nooit kunnen.' Hij glimlacht. 'Het is nu eenmaal weinigen gegeven. Ik ben niet het grote creatieve genie, daar heb ik vrede mee.'

'Ik was een eigenwijs ventje', zegt hij als ik hem vraag naar vroeger. Als middelste in een gezin met negen kinderen had hij nog wel eens de neiging om er alleen op uit te trekken. 'Ik was een jaar of elf, twaalf en ging liftend naar de andere kant van het land. Ik vertelde niemand iets. Pas uren later merkten ze dat Keesje weg was. Vroeg of laat kwam ik bij een bekende terecht, die naar Katwijk belde. Laat hem niet gaan!, hoorde ik mijn vader aan de andere kant van de lijn. Hij had gelijk: als ze even niet opletten, was ik zo weer vertrokken.'

Uit interview in De Katwijksche Post van donderdag 29 september.