Afbeelding
Foto: pr

Jasper de Bruin,                         RMO-conservator:

'Vertroebeld beeld op Romeins Valkenburg'


visie n Wie zich knikkebollende Romeinse soldaten voorstelt die tweehonderd jaar lang op wachttorens zitten te wachten op Germaanse invallen, moet dit beeld bijstellen, vindt dr. Jasper de Bruin. Hij is conservator Nederland in de Romeinse tijd van het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden. De visie op Romeins Valkenburg is volgens hem aan herziening toe. Hij ziet een militair logistiek knooppunt voor zich. Dat was onderdeel van een keten van forten ter bescherming van een hoofdaanvoerlijn voor militaire operaties: de Rijn.

door Leendert van der Ent

Een trireme – een galei met drie roeibanken – glijdt uit de rimpelloze zijgeul van de Rijn de hoofdrivier in. Golven breken op de boeg. Intussen zien de auxiliarii (hulptroepen) aan dek van een tweede trireme het castellum van Praetorium Agrippinae aan zich voorbijtrekken. De roeiers brengen hun schip richting de stroming in de kilometersbrede Rijnmond op weg naar Britannia. Een binnenvaartschip dat graan naar de pakhuizen bij het castellum heeft gebracht, zet koers naar het oosten om een nieuwe lading tarwe te gaan halen.

Soldaten zien vanaf de torens van het castellum het tafereel aan. Ze houden de noordoever in de gaten: de Germanen daar zullen het toch niet in hun hoofd halen om met hun boomstamkano's het graanschip te gaan kapen? In dat geval hebben ze een traktatie klaar: met hun ballista'siii kunnen ze vuistgrote stenen afvuren tot aan de overkant.

Het beeld: de bodem

Zo kan het bij belangrijke militaire en logistieke knooppunt aan het eind van de noordelijke grensrivier zijn gegaan; de bodemvondsten rechtvaardigen een dergelijk beeld. De Bruin: 'De reeks van castella aan het einde van de Rijn op dichte afstand van elkaar is al indrukwekkend. Vechten-Utrecht-De Meern-Woerden-Bodegraven-Zwammerdam – Alphen – Leiden – Valkenburg – mogelijk Katwijk. Maar het geheel aan bouwwerken en andere vondsten, kades, pakhuizen, dorpen en militaire gebouwen, maakt duidelijk dat het in Valkenburg om meer gaat dan om één castellum tussen de vele.'

Behalve op het totaal aan vondsten – waar die op het vliegveld nog bij moeten komen – baseert De Bruin zich op logistieke en landschappelijke logica. 'De Romeinen hadden prachtige wegen, waarover legioenen snel konden optrekken.

In Valkenburg lag zo'n weg, waarin gezien de eikenhouten fundering door een moerassig gebied fors in geïnvesteerd moet zijn. Maar behalve de legioenen zijn er ook nog hulptroepen met ruiterij, is er de legertros en is er de benodigde aanvoer voor de troepen nodig. Dan ga je geen honderd ossenwagens met graan laten rijden als je dezelfde hoeveelheid ook in één binnenschip kunt laden.'

De bevaarbare Rijn was niet alleen grensrivier, maar ook een logistieke hoofdader in het noordwesten van het rijk.

Het landschap maakt Praetorium Agrippinae tot het meest logische overslagpunt van rivier naar zee.

'De Rijn eindigde in een kleine Waddendelta die van Katwijk tot Noordwijk liep. Normaal gesproken kies je als overslagpunt een plek net voór die onrustige delta: Valkenburg. En om schepen af te meren kies je niet de Rijn, maar een nog rustiger zijgeul naar het zuiden die hier lag.'

Dit punt leent zich bijvoorbeeld voor troepentransporten naar Britannia, misschien niet voor een directe oversteek, maar via een route langs de kust naar het zuiden waar de oversteek korter is. Het zou ook een logische uitvalsbasis zijn voor militaire acties in het gebied ten noorden van de Rijn, zoals Corbulo die in 47 heeft uitgevoerd om de Germanen te 'pacificeren'.

Het beeld: het boek

Die dynamiek aan de monding van de Rijn die De Bruin schetst, ademt een heel andere sfeer dan de voornaamste schriftelijke bron over dit gebied uit de Romeinse tijd. In 'De Germania' houdt Tacitus de Romeinse elite een spiegel voor. Hij vindt dat de Romeinen een voorbeeld kunnen nemen aan de 'nobele wilden' die hier wonen.

Maar een reisbrochure maakt hij er niet van: wat heeft de mens in hemelsnaam te zoeken in deze natte, winderige uithoek? Deze lege rimboe kun je maar beter vermijden.

Het boekje heeft het beeld dat gymnasiasten, historici en archeologen hadden van dit deel van het Romeinse Rijk beïnvloed. Maar we

weten steeds meer hoezeer Tacitus' beschrijving van keizers gekleurd is door zijn eigen politieke positie. Een klassiek geval van 'framing': het inkaderen en presenteren van de werkelijkheid om een bepaalde boodschap over te brengen.

'De Germania' is al net zo'n voorbeeld van framing. Inmiddels weten we ook dat de desolate leegte van De Germania niet overeenkomt met de bedrijvigheid die de Romeinen volgens bodemvondsten aan het eind van de Rijn hebben ontplooid.

Samenloop van omstandigheden

Het verhaal dat de bodem vertelt, is volgens De Bruin tot nu toe nooit helemaal uit de verf gekomen. Dat ligt niet aan alle opgravingen die er inmiddels hebben plaatsgevonden en aan wat die allemaal aan materiaal hebben opgeleverd. De Bruin geeft aan dat het Valkenburg ook na de Romeinse geschiedschrijver publicitair tot voor kort niet heeft meegezeten.

Is het probleem van Valkenburg misschien dat er nooit een spectaculair topstuk tussen de vondsten zat, zoals een verguld ruitermasker of een compleet rivierschip? De Bruin: 'Het is eerder omgekeerd: door de gebrekkige publicatie zijn er geen vondsten als topstuk naar voren geschoven. Het beeld van Hercules uit Valkenburg heeft nooit de verdiende status gekregen, omdat de publicatie ontbreekt.

De potentie is er wel degelijk. Alle internationale publicaties erkennen Valkenburg als voorbeeld van een compleet castellum, ondanks het feit dat de wetenschappelijke publicatie ervan incompleet is.'

Die incomplete publicatie is het gevolg van een samenloop van omstandigheden, meent De Bruin. 'De eerste opgravingen vonden plaats in een tijd dat er nog weinig pr was, deels zelfs tijdens de Tweede Wereldoorlog. Archeoloog Glasbergen overleed voordat hij aan een grote publicatie was toegekomen.'

Grafveld

Ook de opgravingen in de jaren tachtig en negentig in het Marktveld bleven onder de radar. 'Het grafveld dat hier werd gevonden is onderwerp van een promotieonderzoek dat inmiddels stilligt. Op de 500 meter Romeinse weg die toen werd blootgelegd kwam geen kip af. Wat een contrast met de tweeduizend man die vorig jaar

in de rij stonden om 125 meter van dezelfde weg te zien. Maar wat vooral van belang is: de vondsten werden wel geïnventariseerd, maar niet in een wetenschappelijke publicatie geïnterpreteerd.'

Een vervolgartikel vertelt wat zo'n publicatie kan opleveren.

Lezing in Dorpshuis

Vereniging Oud Valkenburg nodigt u uit - leden en niet-leden - op donderdag 24 oktober vanaf 20.00 uur in het Dorpshuis in Valkenburg. Centraal op deze avond staat Valkenburg in de Romeinse tijd.

Dr. Jasper de Bruin, conservator Nederland in de Romeinse tijd van het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden vertelt over de nieuwste inzichten over de plek die het castellum van Valkenburg aan de limes innam.

Hij bereidt momenteel ook de tentoonstelling 'De Romeinse grens' voor. Die zal van 23 april 2020 tot 6 september in het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden te zien zijn.

Oproep foto's

Jasper de Bruin is benieuwd naar Romeinse objecten die Valkenburgers in huis hebben, bijvoorbeeld door opgravingen uit hun eigen tuin.

'Wees niet bang dat ik spullen kom afpakken. Het gaat mij erom dat soms uit heel bescheiden objecten belangrijke conclusies getrokken kunnen worden. Soms vertelt een scherf aardewerk een bijzonder verhaal.'

In foto's van de opgravingen in het dorp is hij ook zeer geïnteresseerd.

'De archeologen hebben alle details gefotografeerd, maar juist foto's van bovenaf van het geheel ontbreken soms nog. Zulke foto's kunnen het beeld van de opgravingen completeren.'

Neem contact op met Vereniging Oud Valkenburg om te horen wat je in huis hebt.

Beeld van Hercules uit Valkenburg heeft nooit de verdiende status gekregen.
| Foto's: Museum voor Oudheden.

Afbeelding