Afbeelding
Foto: Leo Roosjen

Veteraan aan het woord:

'Ik hoorde hun verhalen en leerde mijn ervaringen in Nieuw-Guinea te relativeren'

Nederland n telt ruim 115.000 militaire veteranen. Deze bijzondere mensen met ieder een eigen verhaal worden jaarlijks, op de laatste zaterdag van juni, erkend en herdacht tijdens de nationale Veteranendag.

In het opwerken naar Veteranendag op zaterdag 29 juni komen in deze rubriek drie Katwijkse veteranen aan het woord, die gediend hebben in verschillende oorlogsgebieden. 'Opwerken' is de militaire term om klaar gestoomd te worden voor een uitzending naar een missiegebied. Vandaag de 77-jarige IJsbrand Verdoes uit Katwijk aan de Rijn.

IJsbrand diende 'voor zijn nummer', zoals dat heette, oftewel was dienstplichtig militair, toen hij mei 1962 met een van de laatste lichtingen naar Nieuw-Guinea moest. Het was in de nadagen van het gewapende conflict tussen Nederland en Indonesië over Nieuw-Guinea.

Verdoes was van huis uit banketbakker en werd in militaire dienst opgeleid tot 'kok te velde'. Per boot ging hij naar Nieuw-Guinea. Nee, hij kreeg geen troepenkleding, maar hield gewoon het uniform, dat hij ook in Nederland gebruikte. De reis was spannend. Wat stond hem te wachten in het oorlogsgebied? 'Mijn Garand (semi-automatisch geweer) moest ik inleveren, waarna ik bij aankomst in Nieuw-Guinea een karabijn kreeg. Kort na aankomst ging ik met mijn eenheid 14 dagen lang de bush in. Na terugkomst van deze expeditie werd ik bij een ondersteuningsstaf geplaatst op Biak.'

De vredeonderhandelingen over Nieuw-Guinea tussen Indonesië en Nederland liepen op hun eind. Nu werd IJsbrand op een marinierskamp gestationeerd, en kort daarna op een repatriëringskampement voor Nederlandse militairen naar Nederland. Als lid van de ondersteuningsstaf was hij gehuisvest in een vast gebouw, maar de te repatriëren militairen waren gehuisvest in linnen legertenten.

Hier werd hij 'omgeschoold' van banketbakker tot broodbakker. Steeds nachtdienst, behalve op zaterdag, 'want dan maakte ik voor zondag spritskoeken voor de soldaten voor bij de koffie. Ik was bevorderd tot soldaat 1e klas en daarmee hoogste in rang op de broodbakkerij. Aan ons waren een aantal Papoea's toegevoegd en met elkaar waren we verantwoordelijk voor de broodproductie van het hele kampement. Toen er minder soldaten naar Nederland gerepatrieerd werden, kwam ik in de onderofficiersmess. Weer iets heel anders. Als bakkers hadden we altijd nachtdienst; dat had als voordeel, dat ik nooit deel hoefde te nemen aan het appel'.

Burgermaatschappij

Na zeven maanden Nieuw-Guinea weer terug naar Nederland, maar nu per vliegtuig. Toentertijd een reis van vijf dagen. Hij kwam in november in Nederland aan. Nu in zijn bij elkaar gescharrelde tropenkleding uit Nieuw-Guinea. Een journalist vroeg hem hoe het met hem was. Zijn enige, maar wel eerlijke antwoord was: 'Stervenskoud en verder heb ik geen tijd. Bij aankomst in Nederland werd ik in Leiden geplaatst bij Van Heutsz, maar niet belast met bewakingstaken. Ik kwam een collega tegen uit Nieuw-Guinea en die plaatste me weer bij de verzorgingsstaf. In die tijd kreeg ik heel plechtig mijn herinneringskruis uitgereikt.'

Daarna de burgermaatschappij in. Verkoopmedewerker bij V&D op de foto-afdeling. Daarna een tijdlang koster gecombineerd met beheerder gezondheidscentrum en de alarmopvolging van een 30-tal bejaardenwoningen in Valkenburg. Voordat hij taxichauffeur werd, was hij nog enige tijd conciërge op een basisschool en medewerker bij een begrafenisonderneming. 'Als chauffeur reed ik mensen voor de 'Stichting '40–'45. Hier haalde ik eindelijk mijn nazorg in voor mijn periode in Nieuw-Guinea. Ik hoorde hun verhalen en leerde daardoor mijn ervaringen in Nieuw-Guinea relativeren.'

'Ik waardeer de instelling van Veteranendag, maar vind de deelname aan de erewacht op 4 mei belangrijker. Ik sta dan op de oorlogsbegraafplaats in Valkenburg. Ik hoop met mijn kleinzoon de Veteranendag nog eens te bezoeken. Gemeente Katwijk kleedt die dag mooi voor ons in. Een officiële ontvangst, vrij vervoer naar Den Haag, een poncho en een lunchpakket. Ik ben blij, dat de nazorg voor militairen na missies verbeterd zijn. Ik deed dat in gesprekken met bezoekers aan de 'Stichting 40 – 45', maar dat hoort professioneel te gebeuren'.
| Foto:pr.