De woning aan de Johannes Poststraat 30.| Foto: RisolVis / Christine van Straaten-de Vries
De woning aan de Johannes Poststraat 30.| Foto: RisolVis / Christine van Straaten-de Vries Foto: pr

De tijd kent geen schaft

Agnes Korebrits-van Egmond vraagt zich af waarom een woning een naam heeft. Hoe is de naam tot stand gekomen en wat is de betekenis hiervan. Inmiddels heeft ze hierover een boekje gepubliceerd.

Eind augustus ging m'n mobiel. Het was Ed Heemskerk. Hij woont met zijn gezin in het huis aan de Johannes Poststraat 30 en wil graag vertellen over de naam van de woning.

Vijf voor zeven

Ed en zijn vrouw Corinda kochten hun huis in 2010. Het droeg op dat moment de naam 'De Tijd kent geen schaft'. Na de koop liet het stel flink wat veranderen. Er stonden destijds bijvoorbeeld grote bomen rond het huis. Die werden allemaal gekapt. En toen de buitenmuren geverfd werden, ging het enigszins verweerde huisnaambord van de gevel. Daardoor droeg het huis drie jaar lang geen naam. Maar, mede op aandringen van klanten van Ed, besloten Corinda en Ed om hun huis de naam terug te geven. In een modern jasje, dat wel. De zoektocht naar een geschikte plank duurde even, maar het resultaat mag er zijn. Behalve 'De Tijd kent geen schaft', staat er nu ook een klok op het bord. De wijzers staan op vijf voor zeven: er wonen een vader, een moeder en vijf kinderen. Toen ik Ed vroeg naar het waarom van de naam, verwees hij me naar de eerste bewoner, meneer Den Haan.

1968

Meneer Den Haan blijkt Jan den Haan te zijn en ik ken hem nog een beetje van vroeger. Hij is graag bereid om de herkomst van de huisnaam te geven en vertelt: "In 1968 bouwde ik het huis in de Johannes Poststraat voor mijn vader, dat was Martien den Haan. M'n vader zei regelmatig: "De tijd kent geen schaft." Daarmee wilde hij aangeven dat de tijd nooit stilstaat. We werken, schaften (eten) en slapen en ondertussen gaat de tijd altijd door. Hij vond het een mooie naam voor zijn huis en besloot het die naam te geven. Hij ging op zoek naar een geschikte eikenhouten plank, freesde de letters uit en lakte het geheel. Daarna kwam hij met het bord naar me toe en zei: "Die moet op de muur." Zodoende heb ik het bord op de gevel gehangen."

Dit was de laatste column over Rijnsburgse Huisnamen. Ik hoop dat u de columns met plezier heeft gelezen.

Het ga u goed en een hartelijke groet, Agnes.