De loggers in de haven van Katwijk klaar voor vertrek. | Foto: Archief W. van der Plas
De loggers in de haven van Katwijk klaar voor vertrek. | Foto: Archief W. van der Plas Foto: Archief W. van der Plas

Haringvisserij met de vleet

historie n Katwijk kent een rijke visserijhistorie. Bij velen staat het nog steeds bekend als van oudsher een vissersdorp, omdat er vroeger heel veel dorpsgenoten hun brood in de visserij verdienden. Nog steeds zijn er veel Katwijkers die zowel op zee als op de wal in de visserij werkzaam zijn, al zijn het er relatief minder dan decennia geleden. Willem van der Plas, een man met veel historische kennis over de visserij, vertelt over het verleden.

Door Piet van Kampen

Van der Plas begint met te stellen dat vleetvisserij altijd haringvisserij betreft. Voor insiders overbodig, maar voor de 'niet-kenners' goed om te weten. Hij duikt kort even in de lange geschiedenis van deze vorm van visserij die ruim vijftig jaar geleden ophield en zo rond het jaar 1000 in Vlaanderen begon.

Er valt voldoende te vertellen hoe het er allemaal aan toe ging op de loggers waarmee gevist werd. Het zeemansleven, soms wekenlang van huis en haard, om voor vrouw en kinderen in vaak barre weersomstandigheden de kost te verdienen Aan de andere kant heeft dit leven van kerels onder elkaar ook weer z'n charme. Saamhorigheid. Tevredenheid als er goed gevangen werd. Als men overdag aan de vleet lag kon de bemanning weinig doen. 'Behalve rusten, moesten de jongeren allerlei klusjes doen, waren aan het donderjagen, probeerden men mallemokken (Noorse Stormvogels) te vangen, er werd een haak met een stuk vis uitgeworpen om mogelijk een haai te vangen en bij goed weer werd er ook wel gezwommen' weet Van der Plas te vertellen.

Historie

'Haringvisserij is in de Nederlanden voor het eerst uitgeoefend rond het jaar 1000 in Vlaanderen. In 1295 kregen de Nederlanden van de Engelse Koning Edward I toestemming om in Yarmouth de haringvisserij uit te oefenen', noemt Van der Plas een paar jaartallen. Een belangrijke ontwikkeling vond plaats toen Willem Beukelszoon in 1830 het haringkaken ontdekte. 'Het is verrassend dat dit niet eerder is gedaan. De haring werd hierdoor malser en verduurzaamd. Voorheen werd de haring vers aangevoerd en later als gezouten de zogenaamde steurharing', legt de historicus uit.

In 1869 ging de eerste Katwijkse logger van reder F.E. Meerburg met schipper Jacob van der Bent op haringvangst. De thuishaven was Vlaardingen en later werd het IJmuiden. Als na de teelt (seizoen) de schepen aan wal gingen werd een groot deel van de bemanning ontslagen en gingen aan de slag in de haven van Rotterdam of Amsterdam, bij de Akzo of de Kabelfabriek in Delft. De overigen werkten voor de reder aan de wal met repareren, netten boeten en de schepen op te kalefateren.

Aan boord

Als de loggers tijdens de winter en het voorjaar waren opgekalefaterd - graaien in visserstermen - en gereed waren om naar IJmuiden op te stomen, werden er eerst in Katwijk de nodige inkopen gedaan. Lieslaarzen, oliepakken, een velletje (leren schort), klompen, een kiel en klein gereedschap. In IJmuiden aangekomen werden de zwaardere spullen zoals vaten meel, zout, voedsel etcetera daar aan boord geladen. De bemanning bestond meestal uit vijftien man. Voor het uitvaren werd er vaak nog een ansichtkaartje naar huis gestuurd. 'Sommigen hadden ook de gewoonte om een foto van de vrouw of vriendin tegen het schot te prikken', geeft Van der Plas als detail aan.

De teelt kon beginnen en er werd koers gezet naar de noordkant van de Noordzee. Kleine rederijen met slechts één of twee schepen vormden een combinatie op jacht naar de eerste Hollandse Nieuwe. De vangsten werden overgeladen naar de snelste logger om de haringrace te kunnen winnen. Later in het seizoen werd er 'met de haring mee' meer naar het zuiden gevist.

Vlaggetjesdag en haringrace

'Het waren mooie tradities, Vlaggetjesdag en de haringrace', blikt Van der Plas terug. 'Jammer dat deze er niet meer zijn', betreurt hij. 'Vlaggetjesdag was een heel oude traditie vanuit Vlaardingen. De zondag voor 15 juni als de schepen zouden uitvaren. Klaar voor de nieuwe teelt en met de vlaggen in top. Eind april/begin mei voeren de Katwijkse loggers leeg via Leiden en Haarlem of soms Amsterdam naar IJmuiden. Daar werden zij bevoorraad door de bemanning die met de zeebus van Katwijk heen en weer reisde. 'Waarom leeg is de vraag?' Van der Plas legt het uit. 'De wateren tussen Katwijk en IJmuiden waren hier en daar ondiep, vandaar'. In 1979 werd Vlaggetjesdag omgedoopt tot de Dag voor de Nederlandse Zeevisserij en jaarlijks werd door de rederijen de haringrace georganiseerd. In 1990 hield deze traditie op te bestaan.

Het is bekend dat het eerste vaatje Hollandse Nieuwe in Scheveningen wordt geveild en altijd een groot bedrag opbrengt' vult Van der Plas zijn verhaal volledigheidshalve aan.

Op zee werd de haring netjes in de vaten gestopt. | Foto: Archief W. van der Plas