Zicht op het Moleneind in Rijnsburg | Foto: pr
Zicht op het Moleneind in Rijnsburg | Foto: pr Foto: pr

De Rijnsburger Collegianten

n Open houding en verdraagzaamheid voor andersdenkenden

Historie n Na een algemene schets twee weken geleden van het geestelijk leven in de Noordelijke Nederlanden, zoom ik nu in op de Rijnsburger Collegianten. Over de collegianten is niet veel bekend. Weinig vanuit hun vergaderingen en bijeenkomsten is toevertrouwd aan het papier.

Door Leo Roosjen

Het boek van J.C. van Slee: 'De Rijnsburger Collegianten' geeft een goed overzicht over deze periode. Het boek beschrijft een boeiend stuk geschiedenis uit ons dorp en ons land: hoe een geloofsbeweging toch wegen vond om haar geloof te beleven.

De Dordtse Synode had grote gevolgen. Geen tolerant samenleven van de verschillende stromingen binnen de protestantse kerk, maar alleen een strenge orthodoxe lijn werd na gestreefd.

Alle andersdenkende predikanten werden uitgenodigd om zich te verklaren voor deze lijn en de remonstrantse beginselen achter zich te laten. Wie dat niet deed werd uit zijn ambt gezet. Zij moesten, wat hun beslissing was, hun gemeenten opgeven; kozen ze voor de lijn van de synode, dan lieten zij hun remonstrantse achterban in de steek, volgden zij niet de lijn van de synode dan werden zij uit hun ambt gezet..

Sommige predikanten konden hun gelovigen niet in de steek laten en kozen voor alternatieve vormen van woordverkondiging.

Een van de meest bekende remonstrantse predikanten die zijn roeping trouw bleef, was de gewezen predikant van Jaarveld, Paschier de Fijne, die, zelfs tot op hoge leeftijd, schaatsend voor zijn broeders en zusters predikte, wat hem de bijnaam of erenaam 'IJsvogelken' bezorgde.

Andere remonstrantse predikanten zetten hun werk toch door met alle gevaren voor hen en hun gemeenteleden. Zo stonden de Nederlanden er in 1619 voor. In enkele gevallen, onder andere in Leiden, heeft prins Maurits zelfs gewapender hand orde op zaken gesteld.

Mazen van het net

In Warmond ontdekte Gijsbert Kodde een andere mogelijkheid. Godsdienstige bijeenkomsten, waarbij leken in het bijzijn van gemeenteleden en eventueel predikanten het woord voerden of een betoog hielden over een Bijbels onderwerp, waren niet verboden. Bij deze bijeenkomsten konden alle aanwezigen het woord voeren en met elkaar discussiƫren. De inleider gaf een college over een Bijbels onderwerp, dat met elkaar besproken werd.

Kennelijk was Kodde toch niet helemaal zeker van zijn zaak, want hij organiseerde deze bijeenkomsten eenmaal per vier weken op de zondagavond na elke nieuwe maan om door de duisternis beschermd ongestoord te kunnen vergaderen. De Remonstrantse gemeenschap zag dit aanvankelijk als een goede mogelijkheid om de gemeente niet uit een te laten vallen.

Lag het aan de koppigheid van Kodde of dat er echt onmogelijke eisen aan zijn vierwekelijkse bijeenkomsten werden gesteld door de nog bestaande Remonstrantse gemeenschap is niet recht duidelijk. Eind van het verhaal was, dat Kodde ergens tussen 1627 en 1631 uitgenodigd werd in Rijnsburg voor het organiseren van dergelijke bijeenkomsten en daar bleef.

Kodde had in de Warmondse periode een eigen vorm van volwassen doop door onderdompeling en een eigen, jaarlijks, avondmaalsviering ingesteld. En zo is dat tot 27 mei 1787 in Rijnsburg gebleven.

Geen kerkelijke structuur

De collegianten hebben zich altijd verzet tegen een kerkelijke structuur. Zij waren wars van dogma's en in hun theologische beleving lag de nadruk op de beleving en op het directe contact met God. Veel deelnemers aan de bijeenkomsten waren meelevende leden van doopsgezinde kerken of afkomstig uit remonstrantse kringen.

Geen kerkelijke structuur, wel hadden de collegianten eigendommen in de vorm van huizen, en deden aan armen- en wezenzorg. Daarnaast deden zij veel aan theologisch onderzoek. Ook droegen zij, in de persoon van Camphuyzen e.a., bij aan de protestantse kerkmuziek.

Het belang van onder andere de Rijnsburger Collegianten was hun open houding en verdraagzaamheid ten opzichte van andersdenkenden.