Afbeelding
Foto:

IJsclub Nooitgedacht is honderdvijfentwintig jaar!

Als we de geschiedenis van de 125-jarige nagaan, zijn er twee aspecten die we telkens weer tegenkomen: Het voortbestaan van de oudste vereniging in het Rijndorp en de verschillende pogingen om een ijsbaan te creëren.

Welnu, we mogen met dankbaarheid en blijdschap concluderen dat de club alle stormen heeft overleefd en dat de ijsbaan er tenslotte toch weer gekomen is. Reden genoeg om dit aanstaande zaterdag 27 januari samen met het bestuur te vieren in jeugd sociëteit de Peuk aan het rekreatiepad te Valkenburg.

Het begin:

Een groot deel van de notulen van voor 1963 is verdwenen en dat is dan wel heel erg jammer. Naast de verslagen over de eerste jaren was er nog een dun statutenboekje, voor de rest zullen we het moeten doen met gegevens van mensen die zich uit vroeger jaren nog iets konden herinneren. We hebben het over het interview die in 1993 door Joh. Imthorn afgenomen is van Arie Oosterlee, Theo van den Berg, Jan van Leeuwen en Cees Ouwersloot.

Bestuur:

Mooi baantje, meneer de Bruin

Er was een hoofdbestuur, bestaande uit een president, secretaris en penningmeester. Dit hoofdbestuur was een onderdeel van het bestuur, wat ten hoogste met vierentwintig leden -die de functie van baancommissaris vervulden- kon worden aangevuld. Onder hen was een hoofdcommissaris. Achter in het boekje staan de namen van het hoofdbestuur en commissarissen. President was W.H. van Oordt. Wie dit geweest is staat niet voor de volle honderd procent vast. Waarschijnlijk de toenmalige burgemeester van Valkenburg. Maar, er woonde ook nog een andere van Oordt in Valkenburg. Waren het broers of neefs van elkaar? Er is geen zekerheid over. J. Senff was de secretaris. Hij was directeur van de kalkfabriek en woonde in het huis van de broer van Sillevoldt, aan de Jogtlaan. C.M. Sillevoldt was de penningmeester van het toenmalige bestuur. Deze had aan de overkant van de Rijn een pannenfabriek. Hoofdcommissaris was J. van Steijn. Deze Jaap van Steijn was vrijgezel en woonde in een opkamertje van het vroegere "zaaltje van de Vries". Dat zaaltje heeft hij in 1902 laten bouwen voor de Valkenburgse Harmonie. Hij zat de hele dag voor het raampje in zijn kamertje. Een vriend van hem, A. Bol Azn., die in de boerderij aan de Lange Commandeurstraat woonde, was ook secretaris. Evenals J.C. van der Nagel, Jan Varkevisser en Henk van der Nagel. De vierde commissaris was A. Peet. De vijfde en laatste was A. Oosterlee, de timmerman en grootvader van Bram en Jan Oosterlee.

De vergaderingen:

Op de agenda van de te houden jaarvergaderingen stond steevast 'verloting'. Er werden dan onder andere duinkonijnen en ganzen verloot. De laatste loten werden bij opbod door Barend Imthorn verkocht, die dit enorm goed deed. Er was toen iemand die schijnbaar nogal gelukkig was, die avond. Na twaalven vertrok hij uit het stampvolle "Wapen van Valkenburg", toen nog beheerd door Ludo en Willem Streef. De man had kennelijk te diep in het glaasje gekeken en wilde omtrent dat uur zijn koeien al gaan melken. Voor die tijd waren die avonden een van de feestelijke hoogtepunten in het Valkenburgse dorpsleven.

"Mooi baantje, meneer de Bruin"

Het echtpaar de Bruin woonde in een prachtige woonark achter de boerderij van Varkevisser. De Bruin had op een zondag een baantje geveegd, nabij zijn ark op de Rijn. De andere ochtend kwamen er twee ouderlingen naar hem toe en zij zeiden: "Mooi baantje, meneer de Bruin". "Ja, mooi hè?" zei deze. "Maar u heeft dat gisteren al geveegd; u was toch in de kerk?" zeiden zij weer. "Ach ja" zei de Bruin, "maar heb ik daar nou zo'n zonde aan gedaan? Kijk, ik zat voor het raam te kijken en zag al die kinderen zo heerlijk schaatsen -maar het ging wat moeilijk door de sneeuw op het ijs, en toen dacht ik: kom, laat ik ze een beetje helpen en wat sneeuw wegvegen…" Nou, dat vonden de ouderlingen wel een goed excuus, als hij het voortaan maar niet meer deed. Nadat de ouderlingen weg waren, ging hij met behulp van anderen een grotere ijsbaan maken. Velen kwamen even aanlopen in de ark, met hun schaatsen nog aan. Dat vond mevrouw de Bruin niet zo leuk, maar haar man zei: "Ach, wat geeft dat nou, het is toch gezellig?" De Bruin wilde het nog gezelliger maken en telefoneerde naar het vliegkamp voor een geluidsinstallatie. Hij kreeg er zelfs een lichtinstallatie bij! Toen werd het toch gezellig op het ijs. Er werd melk gehaald bij de melkboer en in het kleine keukentje van de Ark kon men warme anijsmelk komen halen. Natuurlijk waren er ook wedstrijden georganiseerd, met een enorme mensenmassa op de baan want het ging er om spannen daar op die mooie ijsbaan.

In mineur:

Op 14 februari 1963 trad een groot deel van het bestuur af omdat men het idee had te hebben gefaald (wel ijs maar geen baan) De man met de meeste kritiek op het bestuur werd in het bestuur gekozen maar tot ieders grote verbazing bedankte hij voor de eer. In het bestuur kwamen Arie Oosterlee (voorzitter) en Willem Streef (vice-voorzitter). Deze laatste zou een half jaar daarna overlijden en worden opgevolgd door Cas de Vries. Jan van Leeuwen (secretaris) Cees Ouwersloot (penningmeester) en de leden Jaap van der Meij, Jan Oosterlee en Theo van der Berg maakten ook deel uit van het bestuur. De vergadering wilde een ijsbaan. Die vraag kwam overigens iedere jaarvergadering opnieuw naar voren! De leden vergadering van 1965/1966 was niet eens doorgegaan. Er kwam toch geen ijsbaan! Wel was er een onderhoud met wethouder P. Langeler. Deze bleek erg optimistisch over de komst van de allang verwachte ijsbaan. Later kwam men tot de conclusie dat het toenmalige college van B. en W. het bestuur na vier jaar zoeken naar een ijsbaan behoorlijk afscheepte. In 1968 was het bestuur het "praten met het gemeentebestuur" blijkbaar zat, want men probeerde zelf aan grond te komen. Bijna had ze aan de Achterweg een stuk grond kunnen hebben, echter – even talmen werd noodlottig. Een tuinder was slagvaardiger! De kans was voorbij…De ijsclub stortte daarna volledig in.

De tachtiger jaren:

Na een rustperiode van jaren, waarin er geen contributiegelden meer opgehaald werden en de clubkas aan het rentenieren was op de bank, was daar ineens een stuk land te huur in het Duyfrak, gelegen naast de voetbalvelden van Valken"68. Het toenmalige bestuur werd uitgebreid met jong bloed, en de "Grote Landijsbaan" was een feit. De "IJsclub Valkenburg" kreeg de nieuwe naam "IJsclub Nooitgedacht". De naam "Nooitgedacht" was van horen zeggen een uitspraak van één van de oudere bestuursleden. De rijke jaren voor de club kwamen eraan, met een eigen verlichte landijsbaan, een clubgebouw, en niet te vergeten de oude potkachel, waar menigeen om heen gestaan heeft, met een bekertje chocolademelk.

De eenentwintigste eeuw:

Vanaf de eeuwwisseling moest het bestuur rekening gaan houden met een wijziging in het bestemmingsplan van het Duyfrak. Bebouwing van de ijsbaan staat in de plannen van de toen nog gemeente Valkenburg. Gelukkig is er in de eerste projecttoekenning van het Duyfrak, een nieuwe ijsbaan geclaimd, zodat de vereniging een handvat had voor de verdere onderhandelingen met de gemeente Katwijk, daar de fusie van Katwijk, Rijnsburg en Valkenburg een feit geworden was. Vele jaren zijn er onderhandeld, totdat uit eindelijk in het voorjaar van 2015 de ijsbaan met clubgebouw geopend kon worden.