Afbeelding
Foto: pr

Bijzonder Engels

Terwijl we Nederland binnen rijden in een bus waarin het gesnurk van mannen duidelijk hoorbaar is en de rest van Nederland wakker wordt schrijf ik deze column. Een intensief weekend ligt achter ons. En een fantastisch optreden is in ons geheugen gegrift.

Nadat we vrijdagavond vertrokken vanaf de Kazerne hebben velen van ons slapend in de hutten op de boot richting Harwich de nacht doorgebracht. Zaterdagmiddag kwamen we aan in de Barclayd Arena. Midden in het centrum van Birmingham ligt dit grote stadion dat plaats biedt aan 10.700 mensen. Na een lange finale repetitie waarin klassiekers als Land of Hope and Glory langs kwamen bereidden we ons voor op het optreden. Wat eten in de stad en wat warm speel oefeningen en dan…

Nu spelen we dit seizoen een nieuwe show. Een show waarin de vier landen uit het Verenigd Koninkrijk zijn vertegenwoordigd. We kwamen dus iets doen wat de Britten zelf hebben uitgevonden. Nu weten we zelf ook wel dat we aardig kunnen spelen, maar het blijft spannend of het Britse publiek ons product ook zou waarderen.

Terwijl de gordijnen opengaan marcheren we het veld op. Het licht gaat aan, de spanning stijgt, de speaker noemt ons de meest Britse band van het Europese vaste land en dan begint het. Een golf van enthousiasme valt over ons heen. De reacties uit het publiek zijn heerlijk. Het blijft als muzikant geweldig een staande ovatie te krijgen van zo veel mensen. En dan realiseer ik me, dat het best bijzonder is, bijzonder voor een verenging uit Rijnsburg, mannen die nu nog liggen te snurken vlak voordat ze weer aan het gewone werk gaan, die tussen de professionals in Birmingham aan de Engelsen lieten zien wat Engels is.

Deze column werd geschreven door Gerard Mostert Jr., trombonist bij de Flora Band. In het dagelijks leven werkt hij het Prodemos Huis voor Democratie en Rechtsstaat in Den Haag en zit hij voor de Christenunie in de gemeenteraad.