Jongerencentra, zoals de Schuit, zijn als die weer open gaan de aangewezen plek voor overlastgevende jongeren. | Foto: RD
Jongerencentra, zoals de Schuit, zijn als die weer open gaan de aangewezen plek voor overlastgevende jongeren. | Foto: RD Foto: RD

College: ‘geen legale hangplekken voor jongeren’

Algemeen

Het college van burgemeester en wethouder is ‘geen voorstander van legale hangplekken voor jongeren’. Dat antwoordt het college op vragen van de politieke partij GemeenteBelangen. ‘De overlast door jongeren zal niet verholpen worden door het aanbieden van aparte hanglocaties’, is het college van mening. ‘De verwachting is dat de overlast alleen wordt verplaatst.’

Er is in deze coronatijd, waarin jongerencentra genoodzaakt zijn de deuren dicht te houden, veel meer overlast van jongeren op straat. GemeenteBelangen (GB) opperde daarom de suggestie legale hangplekken voor jongeren in te richten, maar het college voelt daar niets voor.

Om de stijgende overlast door hangjongeren aan te pakken, zet het college in op jeugd- en jongerenwerk door vrijwilligers en professionals, ambulante begeleiding ‘op straat’ en het toeleiding tot locatiegebonden activiteiten. Dat gebeurt in samenwerking met Boa’s en politie.

Het college verwacht ook dat deze zomer versoepelingen van de coronamaatregelen zijn doorgevoerd. ‘Daardoor zal er meer ruimte zijn voor jongeren om elkaar te ontmoeten, bijvoorbeeld bij (sport)verenigingen. Daarnaast zet het jeugd- en jongerenwerk in op sportbuurtcoaches die sportactiviteiten aanbieden en wordt er ook digitaal jeugd- en jongerenwerk aangeboden.’

Het college ziet in plaats van legale hangplekken meer in het contact zoeken met de overlastgevende jongeren en een gericht aanbod vanuit jeugd- en jongerenwerk. Jongerencentra zijn de plekken waar groepen jongeren heen worden geleid. Vernieuwing van de jongerencentra is wel nodig om bij de huidige jongeren aan te sluiten, vindt het college.

‘We zien dat meerdere partners moeite hebben om jongeren te trekken en vrijwilligers aan zich te binden. Ook zien we nog te weinig innovatie en samenwerking. Daarom moet de MAG-opdracht verder aangescherpt worden. Daarnaast blijkt het bieden van passend aanbod voor 16- tot 18-jarigen zeer moeizaam. Daarnaast zien we goede ontwikkeling in de samenwerking tussen het professionele jongerenwerk en het wijkteam.’

Uit de krant