Koopvaardijman Kees van Velzen (1903-1976) voer in 1942 als kok op de KW 134.
Koopvaardijman Kees van Velzen (1903-1976) voer in 1942 als kok op de KW 134. Foto: Archief W. van der Plas

Katwijkers die naar Engeland uitweken

Algemeen

Plaatsgenoot Willem van der Plas weet veel over de historie van Katwijk. Met name de visserij en de koopvaardijvaart waar ook inwoners de kost mee verdienden, hebben zijn bijzondere belangstelling. Vanwege de Dodenherdenking dook hij in het verleden hoe het enkele plaatsgenoten ten tijde van WO II verging, toen zij op zee voeren.

Door Piet van Kampen

Bij het uitbreken van WO II kregen 42 trawlers de opdracht om vanaf hun visgronden naar de eerste de beste haven in Engeland te stomen en daar de gebeurtenissen af te wachten. Van deze 42 werden 24 bestemd voor de ombouw tot mijnenveger. Vanuit Milford Haven werden zij ingezet om de aanvoerroutes van en naar Engeland en Wales via de Atlantische Oceaan vrij te houden.

Engelandvaarders

In 2011 kreeg Van der Plas een uitnodiging om een oprichtingsvergadering bij te wonen met als doel een monument op te richten ter herdenking van de Engelandvaarders, die in WO II vanuit Katwijk naar Engeland zijn gevlucht. 'Ik was in de veronderstelling dat men niet alleen degenen die vanaf de Katwijkse kust Engeland probeerden te bereiken bedoelde, maar ook de in Katwijk geboren of woonachtige Engelandvaarders. Daarom nam ik zitting in het bestuur', licht Van der Plas toe. Het bleek een misvatting.

'Ik wilde mij hard maken voor Katwijkers die in de oorlog naar Engeland zijn gevlucht. De reactie was dat er geen Katwijkse Engelandvaarders waren. Ik gaf toen aan dat er wel degelijk plaatsgenoten waren die tijdens de oorlog - weliswaar gedwongen - in Engeland terecht waren gekomen. Daarover had ik voldoende informatie verzameld uit interviews met kapiteins van de koopvaardij. Tijdens het samenstellen van mijn boek 'Op zee gebleven' over omgekomen Katwijkse zeelieden had ik gegevens over diverse plaatsgenoten die in WO II op een trawler naar Engeland zijn uitgeweken en daar zijn overleden. Van het bestuur van die stichting moest ik dat maar eens bewijzen.'

Na onderzoek in mijn eigen archief en gegevens uit diverse Haagse archieven had ik gegevens van ruim 80 Katwijkse Engelandvaarders boven water. Van die 80 voldeden er 30 aan de officiële criteria van de Nederlandse Vereniging van Engelandvaarders. Hun namen zijn geplaatst op het informatiepaneel op de Boulevard nabij het oorlogsmonument voor Engelandvaarders', geeft Van der Plas als bewijs aan.


Katwijkers

Van der Plas beschrijft hoe het enkele plaatsgenoten verging tijdens WO II. Visser Willem Haasnoot (1907-1985) voer als matroos op de IJM 117. De schipper kreeg opdracht om naar Engeland uit te wijken waar het werd voorzien van pantserplaten en een boordkanon. Hij overleefde de oorlog en trof in Katwijk zijn gezin in redelijke gezondheid aan. Koopvaardijman Kees van Velzen (1903-1976) voer in 1942 als kok op de KW 134. Toen ze net buiten de pieren waren kwamen er gewapende verstekelingen aan dek en dwongen de schipper koers naar Engeland te zetten. De bemanning werd bij koningin Wilhelmina uitgenodigd op de thee. Op haar vraag hoe de situatie in Nederland was antwoordde hij: 'Een herder hoort bij zijn schapen te blijven'. Een antwoord dat door de aanwezige militairen niet in dank werd afgenomen. Na de oorlog voer hij verder op de koopvaardij.

Arie van Beelen (geboren in 1928) is de enige nog in leven zijnde Katwijkse Engelandvaarder. Hij moest zich melden voor de Arbeitseinsatz en kwam op de Rijnvaart naar Duitsland terecht. Het schip werd door Engelsen gebombardeerd, maar kon toch naar Rotterdam varen. Daar belandde hij op een schip dat militaire vracht naar Noorwegen vervoerde. Arie deserteerde in Oslo en dook daar onder. Met de ondergrondse kon hij van daar uit naar Engeland vluchten en trad daar in dienst van de Koninklijke Marine. Hij was niet bang en vond het een avontuur, ondanks dat de dood op de loer lag.

Een bijzondere Engelandvaarder die in Katwijk woonachtig en slachtoffer van het 'Engelandspiel' was, is Pieter Dourlein (1918-1976). Samen met zijn vrouw ligt hij begraven op de begraafplaats aan de Parklaan. Als droppingagent werd hij gevangen genomen, maar wist te ontsnappen en kwam via België, Frankrijk, Zwitserland, Spanje en Gibraltar weer in Engeland terecht. Na de oorlog kreeg hij vanwege zijn heldhaftige inzet de Militaire Willemsorde, de hoogste onderscheiding die er is. Zijn kinderen wonen nog in Katwijk en over zijn oorlogsverleden is een interessant boek geschreven.

Diverse Katwijkse bemanningsleden zijn tijdens hun vlucht of door omstandigheden na hun vlucht omgekomen. Hun namen staan vermeld op het monument voor de omgekomen Katwijkse zeelieden.

Uit de krant