Gebied Trappenberg-Kloosterschuur

Niet alle grond blijft glastuinbouw

Verantwoordelijk n Bij de aankoop van de grond in Trappenberg-Kloosterschuur van de GOM, moet de gemeenteraad ook instemmen met de herziening van de huidige bestemmingen. Dat is de enige manier om te komen tot een financieel verantwoordelijke gebiedsexploitatie, aldus het college van burgemeester en wethouders. Met de aankoop van het glastuinbouwgebied is 8,7 miljoen euro gemoeid.

Door Marieke Kamer-Voorn

De gemeente ontving vorig jaar een brief van de Greenport Ontwikkelings Maatschappij (GOM) dat het de projectovereenkomst voor Trappenberg-Kloosterschuur wilde beëindigden. Het lukte de GOM niet om op de gronden, aan weerszijde van de Voorhouterweg in Rijnsburg Noord, een sierteeltcluster van de grond te krijgen. De aandeelhouders, de Duin- en Bollengemeenten, zagen het niet meer zitten en drongen aan op het afstoten van het project. Katwijk kreeg het aanbod om de gronden terug te kopen. Voor 8,7 miljoen euro is de grond van de gemeente. 


Rendabele exploitatie

Maar daarbij is het wel essentieel dat de raad ook tegelijkertijd instemt met de mogelijkheid om de bestemming van een deel van de gronden te wijzigen. Want enkel en alleen glastuinbouw, dat levert niet genoeg op, aldus het college. 'Dan komen we tot dezelfde conclusie als de GOM, namelijk dat er geen rendabele exploitatie te draaien is enkel en alleen met de bestemming die er nu op zit', zei wethouder Gerard Mostert tijdens de informatieve sessie op donderdag 21 maart. 

De GOM en gemeente Katwijk ondertekenden in 2012 een projectovereenkomst voor Trappenberg-Kloosterschuur. Maar door allerlei oorzaken kwam het niet van de grond. De coronapandemie maakte het bijvoorbeeld lastig voor bedrijven om investeringen te doen, gaf de wethouder als verklaring. Aan de andere kant ondervonden bedrijven ook niet echt medewerking, lieten zij eerder weten. 'Waar mensen werken, worden fouten gemaakt', gaf Mostert toe op vragen hierover van Adger van Helden (CDA). Hij wilde weten of de gemeente in dat proces steken heeft laten vallen. Mostert: 'Aan de andere kant hebben we ook veel ambtenaren ingezet, en dan trok een bedrijf op het laatste moment de stekker eruit. Dus het is allebei een beetje waar'.

Het is belangrijk om grip te houden op het grote en belangrijke gebied voor onze gemeente', lichtte Mostert de keuze voor de aankoop verder toe. Mocht de gemeente de grond niet kopen, dan biedt de GOM de grond aan op de vrije markt. Dan komt het in handen van speculanten.


Andere bestemming

De commissieleden wilden weten wat een eventuele herbestemming voor gevolgen zou hebben. Wat komt er dan op die locatie? Het college denkt in eerste instantie aan de mogelijkheid voor vestiging van andersoortige bedrijven, al dan niet met een agrarische achtergrond. Woningbouw zou ook kunnen, maar is zeker niet de eerste optie, benadrukte Mostert. De huidige sierteeltbedrijven zijn op de hoogte van het voornemen, en hebben een brief daarover gekregen. Het college wil, als de raad akkoord gaat, ook aan het einde van het jaar participatietraject starten met de huidige ondernemers om mee te denken over de invulling van het gebied, meldde wethouder Jacco Knape.

Van Helden wees het college op het eerdere moeizame contact tussen de huidige sierteeltondernemers en de gemeente. Als er over twee weken toch een glastuinbouwondernemer langskomt met een plan op de grond in Tappenberg-Kloosterschuur, maakt hij dan nog kans? Of is het gebied dan op niet beschikbaar tot er een nieuwe bestemming komt? wilde Van Helden weten. 'Het gebied zit niet op slot', antwoordde Mostert, 'het college is dan bereid om aanbiedingen te doen'. De raadsleden gaan op donderdag 4 april verder praten over het voorstel in een oordeelsvormende sessie.


n Soepele overgang van kinderdagverblijf naar kleuterklas

inspiratiemiddag n Met vier jaar gaan kinderen naar de basisschool, maar daarvoor zitten ze vaak al op een kinderdagverblijf of peuterspeelzaal. De overgang tussen de voorschoolse educatie en basisschool kan beter, vonden de professionals uit de beide werkvelden. 

Door Marieke Kamer-Voorn

Op woensdag 3 april is de aftrap met een gezamenlijke inspiratiemiddag voor leerkrachten groepen 1 en 2 en pedagogisch medewerkers. Ook wordt een routekaart gepresenteerd, waarmee alle kinderopvangorganisaties en basisscholen in de gemeente aan de slag gaan. 

Hoe zorgen we ervoor dat de overgang voor peuters van het kinderdagverblijf of peuterspeelzaal naar de basisschool zo soepel mogelijk verloopt? Die vraag stelde een groep leerkrachten van groep 1/2 , en pedagogisch medewerkers van de voorschoolse opvang tegelijkertijd binnen hun eigen groep. ‘Wij hadden een casus, waarin we tegen een lastige overgang aanliepen’, vertelt Marjolein Schonenberg, als Intern Begeleider (IB’er) verbonden aan de Emmaschool in Rijnsburg. ‘Uiteindelijk opperde onze schoolleider om contact op te nemen met de gemeente.’ Tegelijkertijd kreeg de gemeente nog een seintje over hetzelfde onderwerp, maar dan vanuit de voorschoolse educatie. ‘Het kwam bij ons allebei bovendrijven’, vertelt Nicole de Ridder van KIBEO kinderopvang. ‘De gedachte was al snel: we zijn met hetzelfde bezig, laten we het in elkaar schuiven.’


Gelijke kansen

Contact met de gemeente leidde uiteindelijk tot het vormen van een werkgroep, die onder de paraplu van de Onderwijsagenda valt. Aldert Haasnoot, beleidsmedewerker onderwijs: ‘De Onderwijsagenda is opgedeeld in verschillende thema’s, waaronder ‘gelijke kansen voor iedereen’. Daarin staat dat we voor alle kinderen willen realiseren dat er sprake is van een doorgaande leerlijn, bijvoorbeeld met methodes die inhoudelijk op elkaar aansluiten. En daarbij hoort een goede overdracht vanuit de kinderopvang of peuterspeelzaal, waarin je vroegtijdig signaleert in de ontwikkelingskansen van een kind. Zodat de basisschool daar ook op kan doorpakken.’

Waar het op neer komt, is dat de kinderopvangorganisaties en peuterspeelzalen, die samen de voorschoolse educatie verzorgen, eerder in gesprek komen met de basisscholen. Nicole: ‘Een jaar geleden gingen wij nog twee maanden voordat een kind vier werd, met elkaar om tafel en dan moest de betreffende basisschool nog beginnen met alles uitzoeken, terwijl het kind op school al is aangenomen.’

Eerder samen om tafel heeft veel voordelen. Nicole: ‘De pedagogisch medewerkers hebben twee tot vier jaar met de kinderen gewerkt. Die weten waar de kwaliteiten en de ontwikkelingsmogelijkheden van de kinderen liggen. Als je dat niet goed overdraagt, dan moeten ze bij het basisonderwijs opnieuw beginnen. Dat is echt zonde. Dan gaat alle investering, die je twee tot vier jaar hebt gedaan, verloren. Door juist de overdracht te verbeteren, de informatievoorziening aan te laten sluiten op elkaar en door dat ook te verbeteren, hoeft een kind niet opnieuw te beginnen, maar kan het verder gaan waar het gebleven is.’

Nu het projectplan is uitgewerkt en de routekaart klaar ligt, is het tijd voor de volgende stap. Tijdens de inspiratiebijeenkomst op woensdag 3 april in Het Anker komen zo'n 150 belangstellenden uit het onderwijs en de voorschoolse educatie bijeen. Na de opening en de uitleg van de routekaart, gaan de aanwezigen met elkaar in gesprek. Tot slot is er een lezing over een ontwikkelingsvoorsprong bij peuters en kleuters.